N1 D I J |T
1982 1983
Fig. 4. Verioop van de grond
waterstanden in de landbouw
buizen en een slootpeil in raa
F
LANDBOUWBUIS
DIEPE PEILBUIS MET LANDBOUWBUIS
BESTAANDE DIEPE PEILBUIS VAN T.N.O.
23 POTENTIEEL VERDROGENDE OF DROOGTEGEVOELIGE GROND
BEGRENZING MAXIMALE INVLOEDSSFEER
ontstaan over de beantwoording van de vraag
in hoeverre het werk - in dit geval het Delta
werk - daarvan de oorzaak is. Bij blijvend
geschil is dan de enige mogelijkheid een
uitspraak van de rechter. Om dat probleem
zoveel mogelijk te ondervangen wordt een
onafhankelijke commissie van deskundigen
ingesteld die tot taak krijgt de ontwikkelingen
te volgen, te adviseren en in geval van schade
te rapporteren over het oorzakelijk verband
tussen schade en waterstaatkundige ingreep.
Dit beantwoordt aan fase 3 van het plan. De
Commissie Grondwaterstandsveranderingen
Zoommeer beoordeelt regelmatig de onder
zoeksresultaten, en geeft aan waar aanvulling
nodig is. Zo stelde de Commissie bijvoorbeeld
dat ook aandacht diende te worden geschonken
aan schade aan gebouwen en buisleidingen,
ten gevolge van zettingen, en dat daartoe
320
Fig. 3. Overzicht van de
gebruikte peilbuizen
aanvullende metingen moesten worden
verricht.
Nadat met het meetnet voldoende gegeve is
waren verzameld is aan het Wageningse
Instituut gevraagd de grondwaterstandsve an
deringen en de schade opnieuw te voorspe len.
De rapportage van dit onderzoek kwam in de
loop van 1985 gereed. De nu berekende
grondwaterstandsveranderingen bleken
kleiner dan die werden genoemd in het
rapport van januari 1 980.
Voor het berekenen van de veranderingen
rond het Markiezaat kon gebruik worden
gemaakt van de metingen die zijn verricht na
de bekading in mei 1 983 en de instelling an
het huidige peil van N.A.P. 0,25 m. Ooi
daar zijn bij een Markiezaatspeil op N.A.P de
berekende grondwaterstandsveranderingt n
kleiner dan voorheen werd aangenomen. De