opslag van de gegevens op een geheugenschijf.
Met het sleeplichaam kan ook een slang
worden afgevierd waardoor water wordt
opgezogen van de meet-diepte. Aan boord
van de vaartuigen zijn in die leiding meet
instrumenten geïnstalleerd. Daarmee kunnen
de troebelheid en de fluorescentie gemeten
worden.
De troebelheid is een maat voor de hoeveelheid
zwevende stof in het water; deze parameter is
van belang voor het bepalen van slibvrachten
in watersystemen.
Fluorescentie is de hoeveelheid zichtbaar licht
die uitgestraald wordt door de in het water
zwevende stof onder belichting met ultra-violet
licht. Vooral planktoncellen hebben deze
eigenschap, en zo kan de fluorescentie dienen
als maat voor de hoeveelheid plankton in het
water.
Het opgepompte water kan worden bemon
sterd door er geschikte vaten of flessen mee
te vullen, direct uit het leidingsysteem aan
boord van het onderzoekvaartuig. Deze
watermonsters worden dan vervoerd naar het
chemisch laboratorium, waar andere milieupa
rameters geanalyseerd worden.
De velddienst heeft daarnaast een waterbe-
monsteringseenheid ontwikkeld voor water
kwaliteitsonderzoek op de Noordzee met
behulp van helikopters (Bericht 100, mei
1982).
In het begin was het onderzoek van de
hoofdafdeling Milieu en Inrichting vooral
geconcentreerd op de watergebieden. Later,
toen de aandacht zich vooral ging richten op
de Oosterschelde, kwam daar het onderzoek
bij naar de intergetijdegebieden, zodat de
velddienst moest worden uitgebreid met een
onderdeel 'Intergetijdegebieden'.
De belangrijkste onderzoekingen van déze
velddienst betreffen de geomorfologie, de
bodemkunde en de waterloopkunde. Operatio
neel houdt dit onderzoek verscheidene
metingen en bemonsteringen in.
Met behulp van karteringen worden de
hoogteligging en opbouw van bodems
bepaald. Op die manier kunnen de ontwikke
lingen van de bodems gevolgd worden.
Voor bodembemonsteringen worden zowel
verticaal, de bodem in, als horizontaal, in
oeverwallen, steekmonsters genomen. Zo
kunnen structuur en samenstelling van de
bodem worden bepaald, en zonodig kunnen
ook biologische aspecten worden onderzocht.
Waterbemonstering wordt in het ondiepe
water boven de intergetijdegebieden en in de
geulen van de schorren met de hand uitge
voerd. Voor de bepaling van stroomsnelheden
326
en zandtransport in geulen van schorren e op
platen bouwt men op die plaatsen speciale
meetstellingen.
Onvoldoende waterdiepte en weinig draag
krachtige bodems maakten de gebruikelijk
hulpmiddelen zoals vaartuigen en auto's v or
onderzoek op intergetijdegebieden slechts
beperkt inzetbaar. Daarom moest een niei-rve
onderzoekmethode worden ontwikkeld.
Bestaande methodieken en apparatuur
werden aan terreinomstandigheden aangepast
Ook werd een meetnet opgezet en onderh )u-
den voor het volgen van sedimentatie en
erosie in de Oosterschelde. Met dit meetn ;t
worden wiskundige modellen gevoed die ce
ontwikkeling van platen en slikken voorspe len
Voorts werd bestaande waterloopkundige
apparatuur operationeel gemaakt voor
intergetijdegebieden, zodat golf, stroom, v ïnd
en zandtransport konden worden gemeten
Ten slotte zijn er methodieken en apparatuur
ontwikkeld voor bodemonderzoek en karte ing
Meetsystemen
De groep 'Meetsystemen' verzorgt het
onderhoud van de apparatuur; ook ontwik elt
zij nieuwe, op de onderzoeksbehoefte afge -
stemde apparatuur. Vooral in de eerste jar an
van het milieu-onderzoek bij de Deltadien is
het werk van deze groep nauw verweven
geweest met de opbouw van de geautomtti-
seerde procesinstallatie aan boord van de
onderzoekvaartuigen 'Delta', 'Ventjager' e
later de 'Argus', in samenwerking met
bedrijven en de Velddienst 'Watergebiede
Een vergelijkbaar meetsysteem is onlangs ook
geïnstalleerd op de meetponton 'Zeekat'.
Voorts is een meetsysteem ontwikkeld voer
een nieuw milieumeetstation dat in de
stormvloedkering wordt gebouwd. Dit sta on
zal automatisch waterkwaliteitsparameter
registreren op verschillende diepten in ee:
doorstroomopening. Ook zijn semi-autom ti-
sche bemonsteringen mogelijk voor biolo; isch
en geochemisch onderzoek.
De nieuwste ontwikkelingen betreffen de
opbouw van vaste lichtmeetstations op de
HISTOS-meetpalen in de Oosterschelde. Iun
meetgegevens worden telemetrisch door; 8-
zonden naar het Computercentrum te Zieri zee
Naast deze twee belangrijke typen meetstiti
ons is de laatste jaren gewerkt aan een
proefinstallatie in het veldlaboratorium te
Sophiahaven, voor onderzoek naar gedrag in-
gen van bodemdieren. Deze installatie be taal
onder andere uit een geavanceerd pomps 'S-
teem met automatische bewaking, dat ervoor