meer speelt. Met andere woorden: vóór de
afsluiting bestond er een evenwicht tussen de
golven 'die het zand van de diepere gedeelten
van de westelijke rand van de Voordelta naar
de ondiepere gedeelten landwaarts transpor
teerden' en de ebstroom, die juist het omge
keerde effect had. Door de afsluiting is dit
evenwicht verstoord, en nu wordt er alleen
nog zand door de golven van de diepere delen
van de rand van de Voordelta landwaarts
getransporteerd. Zo konden de grote kustpa-
rallelle banken ontstaan.
De vraag is nu of zich voor de Oosterschelde,
die niet zal worden afgesloten, maar waar een
stormvloedkering wordt gebouwd, ook banken
evenwijdig aan de kust zullen ontwikkelen. In
de situatie voordat de stormvloedkering was
gebouwd bestond daar eveneens een even
wicht, zoals bij het Haringvliet en de Grevelin-
gen vóór hun afsluiting, en dus ligt het voor de
hand dat dit evenwicht ook bij de Oosterschelde
verstoord zal worden. De stroomsnelheden
zullen immers afnemen met 20%.
Gezien de niet-lineaire relatie tussen stroom
snelheid en zandtransport, wordt voorlopig
aangenomen dat zich inderdaad banken gaan
vormen westelijk van de stormvloedkering.
Men mag verwachten dat de ontwikkeling hier
trager zal verlopen, omdat de in- en uitgaande
stroom alleen wordt gereduceerd en niet
nagenoeg wordt stopgezet zoals bij het
Haringvliet en de Grevelingen.
De twee eerder gestelde vragen kunnen nu tot
op zekere hoogte worden beantwoord:
voordat de Voordelta uiteindelijk gelijkenis
gaat vertonen met de gesloten kust, zal er in
ieder geval sprake zijn van een bankstadium;
de diepere gedeelten van de zeewaartse rand
van de Voordelta zullen worden uitgeschuurd,
370
Fig. 2. Veranderingen in hat
onderzoeksgebied tussen
1970 en 1980
en het geërodeerde materiaal zal gedeelte ijk
worden opgeslagen in grote banken evenw jdig
aan de kust.
Maar nu rijzen er nieuwe vragen. Wat heelt
deze bankvorming voor invloed op de gebr liks
functies van het gebied, en hoe ontwikkelen
de banken zich verder; komen ze boven h< og
water uit, of verdwijnen ze op den duur we er?
Globaal kan gesteld worden dat de bankve r-
ming consequenties zal hebben voor de
kustveiligheid, de visserij, de natuur, het
landschap en de recreatie.
Bepaalde delen van de kust van Goeree e
Voorne zullen veiliger worden, omdat een deel
van de golven gebroken wordt op de banl-sn.
De overige gebruiksfuncties zullen zich a; n
moeten passen, omdat zich westelijk van fe
Haringvlietdam, de Brouwersdam en mogelijk