SECFLO, waarvan de laatste in de toekomst moat uitgroeien tot de basis voor morfologi sche berekeningen met betrekking tot de Oosterschelde. Kortsluitgeulen Tijdens de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde kunnen er ongelijke vernau wingen optreden in de sluitgaten. De stroom tracht die ongelijkheid te vereffenen, en dat kan het ontstaan van kortsluitgeulen tot gevolg hebben, dwars op de hoofdgeulen, en doo gaans door het diepst gelegen gedeelte van de tussenliggende plaat. Er is naar dit verschijnsel onderzoek gedaan, vooi namelijk aan de hand van mathematische morellen. De resultaten zijn zo geoperationali seerd, dat de kortsluitgeulen niet gevaarlijk konden worden, terwijl toch voldoende flexi oiliteit werd behouden om de voortgang van te bouw van de Oosterschelde-kering niet te bulemmeren. Bovendien werd, als preven tieve maatregel, een grindruggetje gelegd op de kop van de bouwput Schaar, om de stroom daar ter plaatse te geleiden. Een nieuw wad-achtig gebied? Vooi de zo goed als afgesloten estuaria van Haringvliet en Grevelingen hebben zich in de afge open tien jaar brede zandbanken ontwik keld parallel aan de kust. In die zandbanken zijn als gevolg van het wegvallen van de ebst oom tientallen miljoenen m3 zand opgeslagen, onttrokken aan de zone tussen 4 en 8 m beneden N.A.P. Zal z ch voor de Oosterschelde-monding iets dergelijks voltrekken? De ebstroom neemt daar met 20% af, dus men verwacht een trage re ontwikkeling van hetzelfde verschijnsel. De kustveiligheid zal daardoor toenemen, en de vi sserij, de natuur, het landschap en de recreatie zullen er zich aan moeten aanpassen. Of d bank voor de Oosterscheldemond zal blijven, is nog in studie. Kust teheer en kustverdediging De zeewering bestaat in het Deltagebied grotendeels uit duinen. Het is een flexibele wate kering, die vanwege het grillige gedrag van ce natuur steeds nauwlettend in de gaten moe worden gehouden. Als uitvloeisel van de Deltawet worden deze waterkeringen thans zo aangepast dat ze tot het jaar 2000 aan de gestalde veiligheidseisen kunnen voldoen. Nu b jkt dat het vroeger aangelegde stelsel van srrandhoofden niet de gewenste bescher ming biedt, zoekt men naar alternatieven, zoals zandsuppleties aan de koppen van de eilanden. Het onderhoud kan soms aanzienlijk worden vereenvoudigd wanneer men rekening houdt met de zich langzaam langs de kust voortbewegende zandgolven, die wel tot 10 miljoen m3 zand meevoeren met een snelheid van ongeveer 45 m per jaar. Ook de verande ringen die recentelijk optreden in het debiet van de getijgeulen zijn van invloed op de teruggang van de kust. Toekomstig kustbeheer Als in 1990 het Deltaplan zal zijn voltooid, wordt daarmee een fase afgesloten in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland: voor het eerst sinds de Romeinse tijd heeft ons land weer een nagenoeg gesloten kustlijn. Voor het toekomstig beheer van die kust is een nieuwe Wet op de Waterkering in voorbereiding. Aan de zandige kust van Nederland vindt nog steeds erosie plaats, van enkele dm tot 1 2 m per jaar. De natuurlijke kustontwikkeling dient met grote waakzaamheid te worden gevolgd. Ook havenwerken en dergelijke hebben hun invloed. Volgens een vragenlijst met vijf punten kan steeds worden beslist of ingrepen noodzakelijk zijn, ook rekening houdend met de wensen van de samenleving. Door nadere studie hoopt men in de toekomst te kunnen inspelen op de natuurlijke krachten langs de kust. 383

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 49