te De operatie moest in de winter doorgaan,
zc lang er balken geplaatst konden worden.
G lijktijdig met de ontwikkeling van de vijzels
is in het laboratorium van Dosbouw een
ge schiktheidsonderzoek van mortels uitge-
vcard. Zweten, krimp, druksterkte en verpomp-
bearheid waren de eigenschappen die
centraal stonden in het onderzoek. Na
ui gebreide statistisch uitgevoerde proeven,
zcA/el bij 5° als bij 20" C, is gekozen voor een
gi tmortel met geringe krimp en uitstekende
ve pompbaarheid (figuur 6 en 7).
Het materieel waarmee de betonmortel werd
aa ïgebracht omvatte een aantal containers,
eeu commandopost, en de stort- en doorvoer
pij jen met toebehoren. De mortel moest zo
dii ht mogelijk bij de dorpelbalk worden
gemengd, en zo snel mogelijk daarna verpompt
wc rden. Mengen en pompen gebeurde dus
alt jd op de kering, ongeacht de weersomstan-
dic heden De mengers en de pompen waren
daarom opgesteld in een container Voor elk
uit tinde van de dorpelbalk, dat vijf vijzels
be atte, werd een container ingezet
Elk a container was voorzien van twee dwang-
mc ngers met een horizontale as en een
los dep aan de onderzijde, waterdoseringsap-
pa atuur voor elke menger, een afzuiginstallatie
en drie weegvaten waarmee de verpompte
ho veelheid water en mortel bepaald kon
wc den. Ook stonden in elke container drie
mc delpompen, die traploos regelbaar waren
en aen druk van 0-1 50 atmosfeer konden
lev eren; deze pompen waren voorzien van een
electrische drukopnemer; voorts drie retourva-
ter voor de controle op het ontluchten en
voc r het bepalen van de volumetrische massa
var de retourspecie; in deze vaten was een
vol memeter geplaatst. Dan waren er tien
Oplegging (links) en glijbaan
aan e Noordzee-zijde
kogelafsluiters, waarop de tien slangen vanuit
de stortpijp werden aangesloten; naar keuze
konden de slangen van de pompen of die naar
de retourvaten hieraan worden gekoppeld,
voor het bepalen van de druk in de vijf
retourslangen waren onder de kogelafsluiters
elektrische drukopnemers geplaatst Tenslotte
bevatte elke container een watervat, waarin
het mengwater werd verwarmd tot 20° C.
Via aansluitkabels naar de container konden
de pompen worden bediend en de metingen
geregistreerd in de centrale commandopost.
Dit maakte het mogelijk de operatie aan beide
zijden synchroon te laten verlopen. Tevens
kwamen in deze container de meetgegevens
van de hellingmeters en van de verticale
verplaatsingopnemers binnen Hiermee was
een extra controle op het proces mogelijk.
Alle metingen werden vastgelegd op een
recorder. Om vergissingen te voorkomen werd
de actuele situatie van de afsluiters bijgehou
den op een legoplanbord
De stortpijpen waren bij elk uiteinde van de
dorpelbalk gegroepeerd in een sparing. Vanaf
deze plaats moesten ze worden verbonden
met de container. Dat bleek alleen mogelijk
door een pijp boven de sparing te plaatsen en
de pijp droog te pompen, waarna de slangen
konden worden aangesloten. De grote
stroomkrachten maakten het niet mogelijk de
slangen onbeschermd te houden. Het beteken
de natuurlijk wel, dat deze pijp ook die grote
stroomkrachten op moest kunnen nemen. De
pijp werd aan de bovenzijde gesteund door
een uithouderframe aan de pijler. Aan de
onderzijde was de pijp voorzien van een
bolscharnier. Met een staalkabel werd de pijp
op de dorpelbalk gespannen. Een speciaal
ontwikkeld rubberprofiel aan de onderzijde
van de pijp zorgde voor de afdichting. Na het
plaatsen en spannen werd de pijp leeggepompt
De slangen in de pijp werden vervolgens
doorgekoppeld met die aan de balk, en de
hellingmeter geplaatst De bevestigingsplaats
van de hellingmeter was van te voren ingeme
ten, zodat de stand van de dorpelbalk bekend
was. Tevens werd tussen de stortpijp en het
uihouderframe een verticale verplaatsingsop-
nemer gemonteerd.
De vijzels werden eerst met water gevuld en
daarna met betonmortel. De vulling met water
diende ter controle op verstoppingen en
lekkage. Elke vijzel werd afzonderlijk getest op
10 atmosfeer. Eerst werden de onderste
vijzels R3 en R4 gevuld, dan de verticale
vijzels R1 en R2.
Het vulsysteem was zo ontworpen dat het
gehele proces vanuit de container bediend
kon worden. Pas wanneer een vijzel gevuld
397