eerste een systeem met zuigbuizen op drie
diepten: 2 m, 5,7 m en 8,5 m beneden N.A.P.
respectievelijk; de bovenkant van de dorpelbalk
ligt op N A P. -9,5 m. Deze buizen dienen voor
het oppompen van water waarvan de erin
opgeloste stoffen moeten worden geanaly
seerd. Het andere systeem heeft zuigbuizen
op vier diepten - respectievelijk 1,5 m, 5,5 m,
8,25 m en 9,0 m beneden N A P. - voor de
bemonstering van water waarin de zandfractie
bepaald moet worden. Laatstgenoemde
zuigbuizen hebben een kleinere diameter,
zodat de watersnelheid er hoger is, ter
voorkoming van sedimentatie van het zand.
Iedere zuigbuis is in tweevoud uitgevoerd: één
buis voor bemonstering tijdens ebstroom en
één tijdens vloedstroom. De aanzuigopeningen
van deze buizen staan in de richting van de
stroom. De zuigbuizen zijn gemonteerd in een
stalen vakwerkconstructie die in het midden
van poort R22 wordt bevestigd aan de
bovenbalk. In totaal komen 14 buizen van de
vakwerkconstructie uit in de holle bovenbalk.
Nu zal een belangstellende lezer zich afvragen
waarom er gekozen is voor zoveel zuigleidingen
en pompen, terwijl meetschepen slechts met
één leiding en één pomp werken. Wel, dat is
een gevolg van het feit dat het meetstation
moest worden uitgevoerd als een stijve
constructie. Een beweegbare constructie of
een constructie met beweegbare onderdelen
zou niet eenvoudig te realiseren en operationeel
te houden zijn bij de maximale stroomsnelhe-
den tot 7,5 meter per seconde, die onder
extreme omstandigheden in de doorstroom-
opening zouden kunnen optreden. Mede om
die reden zijn de pompen in de bovenbalk
opgesteld.
Een andere reden is dat de leidingen mecha-
402
Fig. 1. Stroomtrajecten bij eb
en vloed, vanuit het milieu
meetpunt in de Oosterschei
dekering
Fig. 2 Doorsnede (links) en
model van de vakwerkcon
structie voor het meetstation
nisch gereinigd moeten kunnen worden te
bestrijding van aangroei door onder anderr
zeepokken. Dat gebeurt door twee- tot
viermaal per maand kunststof proppen docr
de leidingen te pompen.
Computergestuurde kleppen zorgen dat ju 3t
dat water wordt geleverd waar het bemon: te-
ringsprogramma om vraagt. De keuzemogt iijk
heden voor monsterfrequentie en monsterc ep-
te zijn ruim. De bemonstering van water vcor
de bepaling van opgeloste stoffen is vollec g
geautomatiseerd, de bemonstering van wf er
speciaal voor zand of slib wordt met de ha id
uitgevoerd.
Het water voor de zand-bemonstering wor ft
door een van de vier zuigbuizen opgezoge
waarna het doorgeperst wordt naar de
milieucontainer in de verkeerskoker. De
persleiding is 70 meter lang. Regelappara uur