De laboratorium-container in
de bovenbalk
gedurende korte perioden, water van een van
de drie diepten wordt aangevoerd voor
metingen.
Eerst stroomt het water door een sensor
waarmee de troebelheid wordt gemeten.
Troebelheid is een maat voor het gehalte aan
zwevende stof. Deze waterkwaliteitsparameter
wordt voor een aantal watertypen en functies
als norm gehanteerd. De zwevende stof in het
water bestaat uit plankton en slib.
Plankton bestaat uit plantaardige en dierlijke
micro-organismen. De groei van plantaardige
micro-organismen, het fytoplankton, wordt
door zonlicht gestimuleerd. Dit fytoplankton
staat aan de basis van een belangrijke
voedselketen in de Oosterschelde en op de
Voordelta. De volgende stap - of hap - in die
voedselketen is het zoöplankton, dat van het
fytoplankton leeft. De totale hoeveelheid
404
koolstof die per tijdseenheid in een waters 'S-
teem ontstaat door de groei van fytoplank Dn
noemen we de primaire produktie.
Het andere deel van de zwevende stof woi ft
gevormd door zand, slib, en detritus; dat z jn
de afgestorven delen van plant en dier.
Detritus staat aan de basis van een andere
voedselketen die in de Oosterschelde kan
worden onderscheiden Deze voedselkete
begint bij de groep van organismen die m t
sediment-eters wordt aangeduid, en die o ider
andere leeft van detritus.
Zwevende stof is dus deels voedsel en der Is
onbruikbaar materiaal. Om het gehalte
zwevende stof met voedingswaarde te
bepalen wordt de fluorescentie van het w; ter
gemeten Het chlorofyl of bladgroen in de
cellen van het fytoplankton heeft de eigens hap
zichtbaar licht te gaan uitstralen onder
bestraling met ultraviolet licht. In de sensr r
van de fluorometer wordt het uitgestraald
zichtbare licht gemeten. Vergelijking en ijl mg
van troebelheid en fluorescentie kan een
indruk geven van de fractie plantaardig
plankton in de totale hoeveelheid zwevenr e
stof.
De groei van het fytoplankton, die ieder
voorjaar opnieuw op gang komt, net zoals die
van de landplanten op onze breedtegraad
heeft onmiddellijke gevolgen voor een aar al
waterkwaliteitskenmerken: ten eerste het
gehalte aan zuurstof, dat door de microsc d-
pisch kleine plantjes in ruime mate wordt
geproduceerd; ten tweede de zuurgraad, ie
door het ademhalingsproces van het plan1 ton
wordt beïnvloed. Het water van het milieu Na
tion stroomt door sensoren die deze kenmt rker
kunnen meten.
Tenslotte stroomt het water door een sen or