4 toestand in het milieustation. De zes eerstge not mde modulen zijn onafhankelijk van elkaar we kende inwinmodulen; ze hebben tot taak het meet- en monstername-programma per one erdeel te besturen en af te werken. In c e inwinmodulen worden statistieken bijcehouden met betrekking tot fouten, uitschieters en afwijkingen. Ook worden er ree sen van bewerkte gemiddelde waarden bijcehouden. Voorts worden in de inwinmodu len administratieve gegevens over de monster- nar e opgeslagen. Tenslotte zorgt de computer erv or dat de buitenwereld wordt gealarmeerd als Ie waterstroom, de monstername of de me ngen niet naar behoren functioneren. Alle genoemde gegevens staan per inwinmo- dult in een bestand ter beschikking van de get uiker van het milieumeetstation. Deze bes anden worden regelmatig via een telefoon lijn overgehaald naar de centrale computer, zod t de gebruiker over lange-termijngegevens kan oeschikken. Met dezelfde telefoonlijn waarmee de bestanden overgehaald worden, kan de gebruiker op ieder moment de actuele toestand in het meetstation opvragen, en indien nodig de instelparameters wijzigen De computer van het milieumeetstation kan met nog maximaal acht modulen uitgebreid worden. In de toekomst zou bij voorbeeld de alarmeringsfunctie van het station kunnen worden uitgebreid, als er sensoren worden ontwikkeld die reageren op die stoffen in het water die alarmering rechtvaardigen, zoals olie of gifstoffen. Het milieumeetstation wordt in de tweede helft van 1986 gebouwd; het zal naar verwach ting in mei 1987 operationeel zijn. De conti nuïteit van het meetbedrijf en de inwinning en verwerking van de meetgegevens zullen worden verzorgd door de directie Zeeland. Gespecialiseerd onderzoek zal worden gecoördineerd en uitgevoerd door de Dienst Getijdewateren te Middelburg 407

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 21