ft
ccTipact en handig werkbaar meetsysteem
w< rden geïnstalleerd in het kleine onderzoeks-
va artuig 'Ventjager'.
G< durende het verdere gebruik van dit
sy teem zijn tientallen veranderingen en
ve beteringen aangebracht, deels in eigen
be ïeer en deels door derden, totdat er een
ve bod kwam van hogerhand op het installeren
va i apparatuur in de 'Ventjager': de diepgang
va het vaartuig was door een en ander met
tw ntig centimeter toegenomen, en de
ze waardigheid en stabiliteit werden door
de kundigen in twijfel getrokken.
Ee i frappant verschijnsel bij het waterkwali-
tei sonderzoek in die jaren was het feit dat al
he gezwoeg om vragen te beantwoorden
do >r intens onderzoekwerk, steeds weer
nieuwe vragen opriep; intussen bracht het ons
we steeds dichter bij een compleet beeld van
de situatie.
Er wam nu een tweede onderzoeksvaartuig in
dienst van het milieu-onderzoek, het motor-
set ip 'Delta'. Dit schip werd ongeveer net zo
ingaricht als de 'Ventjager', maar toch bood
he betere perspectieven voor onderzoek van
zw wende stof in het water, en slib- en
zar dtransporten. Er werd op de 'Delta' een
an< er systeem gehanteerd voor het oppompen
var watermonsters, en wel de roterende
ver Jringingspomp. Ook kon de bodembemon-
ste ing worden aangepakt. Al met al was de
Dt ta' completer dan de 'Ventjager', die ook
al v <at verouderde.
In 979 werd besloten de 'Ventjager' te
ver angen door een of meer speciaal uitgeruste
vaartuigen. Het werd uiteindelijk één vaartuig
var 28 m lang en 7 m breed, een diepgang
van 1,60 tot 1,80 m, en een strijkhoogte van
6,6 m. Dit vaartuig zou worden uitgerust met
een C14-isotopenlaboratorium. Qua accomo-
dat 3 zou het kunnen beschikken over zes
slat pplaatsen, verdeeld over drie hutten, en
een gecombineerde eet-/woon-/kookruimte.
Dat schip kreeg de naam 'Argus', en daarover
wilh n we het nu verder hebben.
Het oude en beproefde systeem van twee
een leden aan boord die gegevens en materiaal
aandragen, is op de 'Argus' gehandhaafd
a even. Er is onderscheid gemaakt tussen
wat rinname en -transport enerzijds, en
and rzijds de geavanceerde elektronica die
con nue metingen in situ mogelijk maakt. De
twe' systemen ontmoeten elkaar op twee
pun en, namelijk aan het begin en aan het
eind3 van de bewerking.
\rgus' beschikt nu over een meetvis van
fors afmetingen - lengte 1,95 m, diameter
10 c n -, met een werkgewicht van 900 kg,
zode t ook bij zware zeegang en hoge kruis-
snelheid een stabiel geheel verkregen wordt.
Tevens kan op grotere diepte dan voorheen
met hoge snelheid worden gemeten.
De waterinname verloopt isokinetisch, dat wil
zeggen dat het water zo wordt ingenomen dat
er niets aan de samenstelling verandert of
verloren gaat ten gevolge van dichtheidsver-
schilkrachten. Meteen daarna worden de
systemen gescheiden.
De slang wordt via een speciale uithouderrol
en slangenhaspel, die een constante spanning
op de slang garanderen, traploos op lengte
gehouden; het watertransport ondervindt
geen hinder van al deze bewegingen, en gaat
via een thermisch afgeschermde mantelbuis
door de machinekamer naar de pompkamer,
waar een verdringingspomp met een maximale
capaciteit van 12 m3/uur het transport
verzorgt. Het onderdrukgedeelte van dit
411