Jy
4»
II
tellen. De micro-organismen voelen zich
namelijk heel lekker in een voedselrijk aange
naam milieu, en gaan spontaan over tot
vermeerdering. Monsters die deze omstandig
heden niet krijgen, worden meegenomen als
nul-fase. Het verschil in aantallen organismen
tussen de twee groepen geeft de groeisnelheid
aan, en wordt gebruikt als informatiemateriaal
voor wiskundige modellen en andere theoreti
sche benaderingsmethoden.
Gaan we verder langs het leidingnetwerk, dan
komen we in het natte chemische laboratorium,
dat boven het C 14-isotopenlaboratorium is
gelegen, naast de pompkamer. In dit laborato
rium vinden we werktafels voor de plaatsing
van meetapparatuur, ijkingsapparatuur en
bedieningseenheden voor de controle en
sturing van het watertransport. Aan de
wanden en onder deze tafels, die 65 procent
Het navigatiepaneel op di
brug
lSN
414