breedte, laadvermogen, scheepstype, nationa- Het bedieningscentrum bi de
liteit en dergelijke. Kreekraksluizen
Is het schip bekend, dan worden alleen de
variabele, per reis verschillende gegevens
ingewonnen, zoals de diepgang, de soort
lading, het gewicht van de lading, de plaats
van herkomst en de plaats van bestemming.
Is het schip in het systeem niet bekend, dan
wordt ook de rest van de gegevens gevraagd.
De centralist kan bij het invoeren codes of
namen intypen. Het computersysteem
controleert de ingevoerde gegevens, en
vertaalt ze in codes. Er worden codes gebruikt
voor het scheepstype, de soort lading, de
plaats van herkomst of bestemming, de
nationaliteit, de vorige en de volgende sluis op
de route. Een en ander blijkt zeer handig bij de
controle van de ingevoerde gegevens.
Ook vóór vertrek van het schip bij de laadplaats
428