- schor naar slik verloopt in de huidige situatie geleidelijk. Als gedeeltelijke eindconclusie van het onderzoek is in Bericht 1 17 (augustus 1986) geformuleerd dat de schorkliffen in het Oosterscheldebekken ook in de toekomst, na de voltooiing van de stormvloedkering, zullen eroderen; echter in een geringer tempo, namelijk met 60 tot 90 procent van de huidige snelheid. Betekent die vermindering van de erosiesnel heid bij de schorkliffen nu ook dat, als gevolg van de verminderde milieudynamiek, bij de geleidelijke schor-slikovergangen in de toekomst uitbreiding van de schorren verwacht kan worden? Bij de eerste voorlopige schattin gen van Bericht 95 (februari 1981is hier wel van uitgegaan. Het recentelijk afgesloten onderzoek heeft getracht deze vraag meer 434 Fig. 1Het getand verlcx p van de begrenzing van s hor en slik bij Rattekaai-wes Fig 2. Schorgebieden i de Oosterschelde na de vol ooi- ing van de compartimen e- ringswerken

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 48