SCHOROPPERVLAK IN DE NOORDELIJKE TAK VAN HET OOSTERSCHELDEBEKKEN SCHOROPPERVLAK IN DE KRABBENKREEK SCHOROPPERVLAK IN DE KOM VAN DE OOSTERSCHELOE (EXCLUSIEF SCHORREN VAN DEN DORTSMAN) 1900 1950 1983 EXCLUSIEF RATTEKAAI - OOST INCLUSIEF RATTEKAAI-OOST INPOLDERING ANNA-JACOBAPOLDER EN KRAMERPOLDER PRINS HENDRIKPOLDER HOLLAREPOLDER VAN HAAFTENPOLDER JOHANNA- MARIAPOLDER ABRAHAM WISSEPOLDER AFSLUITING VERBINDING KRABBENKREEK EN EENDRACHT INPOLDERING TWEEDE BATHPOLDER KARELPOLDER EN ST.-PIETERPOLDER Studies hiertoe worden uitgevoerd in het kader van het project BARCON. Vanuit het schorrenonderzoek is daarbij aangegeven in welke gevallen er door sluit ng van de stormvloedkering tijdens zware sto nn situaties kunnen ontstaan met schadelijke gevolgen voor de schorren. Er kan ondersc ïeid worden gemaakt tussen onomkeerbare schadelijke effecten en effecten met een tijdelijke schade. Onomkeerbare schadelijk s effecten zijn bij voorbeeld een toename va i de klifafslag en vegetatieafslag aan de boven ijde van schorkliffen, zodat versneld afstorting plaatsvindt. Tijdelijke schade wordt veroort aakt door verhoogde opwerveling van sedimen en door vegetatieafslag op de geleidelijke overgang tussen schorren en slikken. Bij d i afweging voor de keuze van sluitingsstratc gie- en wordt aan beperking van eerstgenoem< e gevolgen een zwaarder gewicht toegekeni Met betrekking tot de schorkliferosie is ee i gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor het effect van stagnante waterpeilen op de er: sie van schorkliffen. De berekeningen zijn uitgevoerd voor een sluitingsduur van de stormvloedkering van 6, 18 en 24 uur. Bij een sluitingsduur van 6 uur is de schor lif- erosie gelijk aan de erosie bij geopende stormvloedkering: in het oostelijk deel var het bekken treedt dan nog geen stagnantie of Een sluiting van 18 uur bij een middelzwa e storm met windsnelheden van 1 5 m/s gee ft bij elk stagnantieniveau een verhoogde klifaf lag te zien: uiteraard niet daar waar de klifbas s boven het stagnantieniveau ligt. Bij een stagnantie van 24 uur, in een met ie februaristorm van 1953 vergelijkbare situ tie, geldt dat het schadelijk effect voor de hocg- gelegen kliffen het grootst is. y i INZAAIDIEPTE 0.5 cm -K 1.5 cm 3.0 cm I O 20 60 100 ZADEN UITGESPOELD NA 192 DAGEN 2-11-'81 Fig. 3. Veranderingen in het schoroppervlak 1824-heden Fig. 4. Percentage uitgespoel de zaden van Spartina anglica in relatie tot de inzaaidiepte Fig. 5. Snelheid aan de bodem bij verschillende niveaus van stagnantie Sedimentatie/erosie-tafel 436

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 50