De totale schadelijke effecten zijn bij de keuze va een juiste sluitingsstrategie echter kleiner da i bij open stormvloedkering. Handhaving van een binnenpeil tussen N.A.P. 1,00 en 2,C O m bij Stavenisse, of de instelling van een bir nenpeil dat tussen deze waarden schom- melt, levert de minste erosie op van zowel de middelhoge als de hoogstgelegen schorkliffen. Te i gevolge van de abrupte sprong in het ter ein die een schorklif vormt, zullen er ook go ven breken op de bovenzijde van het scl orklif. Als gevolg daarvan kunnen zich vetsneld scheuren vormen in het klifpakket. Bo/endien kan de begroeiing beschadigd worden, waardoor de vitaliteit van de planten afr eemt. De stabiliteit van het klif kan op die mé nier afnemen. Op langere termijn kan dat zie i uiten in toenemend snelle afslag. In iet algemeen zullen de golven op de bo 'enzijde van het klif gaan breken vanaf het mc ment dat de waterspiegel ongeveer ligt op he niveau van de bovenzijde van het klif, tot fat het peil 0,50 tot 0,75 meter boven de bo 'enzijde van het klif staat. De stagnantieni- ve; us bij Stavenisse waarbij golfbreking op de bo enzijde van het klif kan optreden, liggen tussen N.A.P. 0,20 en 2,25 m. Verhoogde op verveling van sediment en vegetatieafslag op de geleidelijke overgang tussen schor en slil vormen een schadelijk effect van beperkte du ir. Als dit zich echter herhaaldelijk voordoet, be taat het risico dat het schadelijke gevolg on ierstelbaar en permanent wordt. Opwerveling van de slibbodem aan de scl orgrens tot een diepte van enkele centime ter houdt in dat de kiemkrachtige zaden in de e laag worden uitgespoeld, zodat de vei etatieontwikkeling in het groeiseizoen achterblijft. Deze opwerveling is maximaal als de bodem in de brekerszone ligt. Bij toenemen de waterdiepte nemen de orbitaalsnelheden aan de bodem af, en wordt de sedimentop- werveling minder (figuur 5). Gesteld kan worden dat bij een stagnant peil van N.A.P. 0,50 tot 1,00 m bij Stavenisse de situatie ten aanzien van vegetatieafslag aan de schorrand en opwerveling van de slibbodem het meest ongunstig is. Sluiting van de stormvloedkering bij storm leidt in de meeste gevallen tot verhoogde erosie van schorren. Bij langdurige sluitingen, van 24 uur en meer onder zeer zware stormom- standigheden, kunnen de schadelijke effecten worden verkleind ten opzichte van de situatie met geopende kering door het instellen van een semi-stagnant peil. l y y y BREKENDE GOLVEN ZWARE STORM WIND CA 17 m/sec.) ZEER ZWARE STORM (WIND CA 25 m/sec.) I I I I 20 30 40 50 SNELHEID AAN DE BODEM IN cm/sec.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 51