afvoeropening en kan in principe opgeblazen wc den met een vloeistof onder een zekere dri k. Door de hoge vervormingscapaciteit van de oegepaste staalsoort is het vijzel iri staat op agspleten uit te vullen door ze als het ware te ontramallen. Niet vlakke oplegvlakken en rot ties vormen daarbij geen enkel probleem. He vijzel is gemaakt van 3 mm dik plaatstaal. De gelaste vijzels zijn alle onderworpen aan 10' Röntgencontrole en tevens aan een pet proef bij een gefixeerde kraalvorm, wa rbij het vijzel dan uiteraard niet werd op' ablazen. Deze intensieve produktiecontrole wa noodzakelijk om de kans op falen van de opl tgconstructie in het werk, ten gevolge van het bezwijken van een vijzel, tot bijna nul te red ceren; immers, de gevolgschade bij falen is enorm! Prototypen van het vijzel zijn onder sta sche belasting tot breuk of tot vloeien beproefd. Op rasis van de bezwijkproeven is een ma imaal toelaatbare werkdruk vastgesteld van 30 atmosfeer bij een slag van 125 mm. Fig ur 5 toont het verband tussen slag en toe latbare druk van het vijzel. Hierbij moet bec acht worden dat de toelaatbare druk glo aal evenredig is aan de diameter van de vijz ikraal die zich ontwikkelt bij een bepaalde slac en dus niet met de slag zelf. Bes aat er behoefte aan een grotere slag dan 12E mm, dan is het mogelijk een vijzel toe te pas en aan weerszijden van het oplegpakket, wac mee de toelaatbare slag in principe ven tbbeld wordt. Bij een van de zijopleggingen is d principe toegepast. De eoogde levensduur van de stormvloedke ring s 200 jaar. De onderhavige vitale oplegconstructies bevinden zich diep en sch ar onbereikbaar onder water; daarom dier an deze constructies eenzelfde levensduur te b zitten. Bij het rubber moet onderscheid wor en gemaakt tussen het rubber voor het ople jblok en dat voor de omhulling. Het ubber voor het oplegblok wordt langdurig ond rworpen aan dynamische belastingen en verv rmingen. Met het oog hierop is gekozen voo een hoogwaardige kwaliteit natuurrubber met optimale mechanische eigenschappen. Met latuurrubber zijn opvallend goede erva ngen opgedaan. Een bijna 100 jaar oude rubt aren brugoplegging in Australië bleek na ond rzoek slechts oppervlakkig te zijn aangetast. Opk jblok en vijzel zijn omhuld met een 20 mm ikke laag hoogwaardige natuurrubber, die ce stalen onderdelen van vijzel en platen tege corrosie beschermt, en het rubber van het i alegblok tegen waterabsorptie. Op c rechterfoto op bladzijde 396 is de glijbaan ten behoeve van de opleggingen aan de Noordzeezijde te zien. Deze oplegging wordt in eerste instantie hoog in de glijbaan aangebracht, zodat er bij het plaatsen van de balk optimale speling is. Na plaatsing wordt de oplegging in de juiste positie afgelaten. De oplegconstructies van de balk bevinden zich diep onder de zeespiegel tot maximaal 20 m. Het vullen van de vijzels werd uitgevoerd vanuit zogenaamde mortelcontainers op de verkeersbrug boven de kering, op N A P. 12 m. Een stortpijp gaf een droge toegang tot de bovenkant van de balk, waar zich de aanslui tende mortelleidingen bevonden. De procedure voor het vullen van de vijzels met een soort betonmortel kende vier fasen. Eerst werd de dorpelbalk door de bok 'Taklift 4' tegen de Oosterscheldezijde in de pijlerspon ning geplaatst op de voorlopige oplegging. De definitieve onderopleggingen R3 en R4 waren dan nog vrij van het sponningsvlak. De speling van de balk in de sponning bedroeg 5 tot 15 cm. In langsrichting was de balk gefixeerd door zachthout op de koppen. Het oplegblok R2 aan de Noordzeezijde bevond zich hoog in de glijbaan. Vervolgens werd de dorpelbalk in dwarsrichting gefixeerd door het uitdraaien van de schroef- spindel met behulp van de spindelkabel, die tot boven water reikt. Het oplegblok R2 werd dan in de glijbaan afgelaten tot in de definitieve positie. In de volgende fase werd een stortpijp op beide einden van de dorpelbalk geplaatst, die een droge toegang gaf tot de bovenkant van de dorpelbalk. Hier vond de doorkoppeling plaats tussen de in de balk ingestorte mortel leidingen en de mortelleidingen naar de containers op de verkeersbrug. Tevens werd een spuitleiding doorgekoppeld, die allereerst de oplegvlakken R3 en R4 schoon spoot. Daarna werden de vijzels van de opleggingen R3 en R4 met water gevuld, en werd het gehele vulsysteem onder waterdruk op lekkages gecontroleerd. Pas dan konden de vier vijzels R3 en R4 worden gevuld met betonmortel. Daarna werd de druk opgevoerd tot 35 atmosfeer, zodat de balk enkele centimeters opgetild werd. Dan konden de definitieve opleggingen R3 en R4 het natte balkgewicht van 1 600 ton volledig overnemen. Zonodig werd in deze fase een te grote rotatie van de balk om zijn lengte as gecorrigeerd. In de laatste fase werden de dubbelvijzels van oplegging R2 aan de Noordzeezijde onder druk met water gevuld, wat de beoogde positie van de balk tegen de Oosterscheldezijde waarborgt. Daarna werd het vijzel van oplegging R1 onder druk met water gevuld. 395

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 9