/aterfonteinen vanuit het mangat, die af en ae tot boven de verkeerskoker reikten, ot 5,0 m boven de afzinkpositie werd in erste instantie afgevierd, waarbij de langshel- ng rond de nul werd gehouden en, afhankelijk an de heersende stroomsnelheid, de dwars- elling van de balk wel of niet naar de nul erd gebracht. De theoretische stroomgrens, aarbij zonder problemen de balk recht kon orden gedraaid, lag bij 1,6 m/s. In de f raktijk, lettend op de gemeten hijsdraadkrach- 1 :n, lag deze grens wellicht enigszins hoger, each dit was van geval tot geval weer anders. e nauwkeurigheid in het meetsysteem van c e hijsdraadkrachten heeft daar zeker een rol t ij gespeeld. E ij de normale procedure diende de balk op 5 r eter van zijn landingsplaats recht te worden gadraaid. Dit was noodzakelijk om na nog 50 c n doorvieren te kunnen beginnen met ekken'. Op dat moment begaven de van een a schuining voorziene houtblokken, bevestigd c i de schuine zijde van de dorpelbalk, zich b nnen de dorpelbalksponning van de pijler. C e ruimte tussen houtblok en sponningswand b tdroeg dan - theoretisch - 17 a 1 8 cm. mde goede eindpositie van de balk in c varsrichting te garanderen, diende de balk r dat hij 60 cm was gebekt naar de Ooster- s helde-zijde te worden verhaald. Het h rutblok aan de Noordzee-zijde was voorzien v n een afgeschuinde verdikking, zodat de o erblijvende ruimte verkleind werd tot - heoretisch - 10 cm. C 3 20 a 30 cm van de eindpositie werd het v 3ren onderbroken om een controlemeting op d positie te verrichten en de cilinders in te t 3kken over een afstand van 10 cm. Daarna v\ 3rd geconstateerd dat een van de houtblok- k n aan de kop van de dorpelbalk een pijler r akte en dat de balk gedwongen werd in de g wenst positie. Na het ontkoppelen kon het f ime worden opgehaald. Ir betrekkelijk korte tijd, 10 a 1 5 minuten, was d uitvaaractie voltooid. Bij de voorbereiding van het plaatsen van de dorpelbalken werd een cyclus opgesteld van 36 uur. Naar verwachting zou in de Schaar gedeeltelijk een 24-uurscyclus haalbaar zijn, daar het transport vrijwel geen tijd zou kosten. Voor de overallplanning werd een gemiddelde produktie aangehouden van 2,6 balken per week, inclusief onwerkbaar weer en afstemver- liezen. Tijdens het plaatsen van de eerste zeven dorpelbalken bleek reeds, dat het tijdstip waarop de balk in de sponning moest worden gezet, vóór de laagwaterkentering diende te liggen. Het gevolg hiervan was, dat de combinatie 'Macoma' - 'Taklift 4' bij geringe stroomsnelheden uit de kering werd verhaald en er nog voldoende tijd over was om binnen de gestelde randvoorwaarden te ontkoppelen. Door de inzet van extra sleepbootvermogen tijdens het transport terug naar het bouwdok, bleek het mogelijk, mede door een uitgekiend snelle ankerbehandeling in het bouwdok, nog op de hoogwaterkentering na plaatsing een balk van de parkeerplaats te hijsen. Dit resulteerde reeds spoedig in een 24-uurs-cy- clus voor het sluitgat Hammen. Bij enkele balken in de Schaar werd zelfs een 12-uurs- cyclus gehaald. Dankzij de opgedane ervaring uit de eerste plaatsingsperiode kon ook in de Roompot met een 24-uurs-cyclus worden geplaatst. Eenmaal kon zelfs tijdens een doodtij, terwijl de schuiven in de Schaar gesloten waren, zodat de kentering 20 minuten later viel, een 12-uurs-cyclus gerealiseerd worden. Bij de daaropvolgende tweede poging kwam de hijscombinatie ongeveer 10 minuten te laat bij de kering aan waardoor het niet opnieuw lukte een 12-uurs-cyclus in de Roompot te halen. Het gemiddelde aantal plaatsingen over de gehele periode bedroeg 3,05 balken per week, terwijl de produktie in de eerste en tweede periode opliep tot respectievelijk 2,8 en 3,5 balken per week. 455

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 13