;^d
h
JL
AAA.A.A-
BOVENAANZICHT
OOSTERSCHELDE
MET KERENDE BEPLATING
ZONDER KERENDE BEPLATING
VOORAANZICHT
DWARSDOORSNEDE
gezocht in een wijziging van de werkmethode
tijdens het vervaardigen van de buizen. Bij de
aanvang van de fabricage van de buizen werd
koudwalsen vastgesteld als werkmethode. De
in de specificatie vastgestelde beproevingsom
vang werd in verband daarmee aangepast.
Besloten werd voor de verschillende verhou
dingen van diameter en wanddikte van de
buizen te volstaan met zogenaamde procedu-
reproeven. Toen tijdens de fabricage werd
overgegaan op een andere werkmethode, te
weten naast koudwalsen ook warmwalsen, is
niet meer expliciet stilgestaan bij de daarvoor
benodigde beproevingsomvang. Wel werden
voor de aanvang van het warmwalsproces
procedureproeven uitgevoerd, die overigens
uitstekende resultaten te zien gaven.
Zoals reeds gemeld was de produktie van de
schuiven in volle gang toen de materiaalpro-
blematiek zich manifesteerde. Om de voort
gang van het project zo min mogelijk te
verstoren is de problematiek op de volgende
wijze aangepakt.
De schuiven kunnen op drie manieren bezwij
ken: door overschrijding van de toelaatbare
trek- en drukspanning, door vermoeiing en
door brosse breuk.
Omdat de mechanische waarden de ontwerp
eisen onderschreden was een nieuwe toetsing
van het ontwerp nodig, zij het dat meer
detailberekeningen nodig waren dan voor het
oorspronkelijke ontwerp. Voor brosse breuk
was geen ontwerpmodel beschikbaar. De
bekende kerfslagwaarde past in geen enkele
formule en is dan ook niet meer dan een
indicator, die samen met een voldoende hoge
vloeigrens een veilige constructie oplevert.
Toen de mechanische waarden echter
duidelijk lager bleken dan in het bestek geëist,
458
Fig. 1Aanzichten en door
snee van de schuif
Fig. 2, 3. Relatie tussen de
CTOD-waarde en de korrel
grootte op basis van weinig
(links} en van veel gegevens
was een kwantitatieve toetsing op brosse
breuk vereist.
Bij de bepaling van de scheurgevoeligheid, die
hiervoor nodig is, gaat het materiaal echter
verloren. Daarom is begonnen met een
indirecte niet-destructieve bepaling van de
korrelgrootte, simultaan met het onderzoek
naar het verband tussen deze twee grootheder
De betrouwbaarheid van de uitspraak over de
materiaalkwaliteit op basis van enkele
replica-uitkomsten per buis is statistisch
bepaald in een omvangrijk onderzoek, waarbij
tientallen replica's zijn genomen op één
buisstuk. Tevens is de betrouwbaarheid van
de relatie tussen korrelgrootte en CTOD-waar
de statistisch geanalyseerd.
De ontwerpcriteria waaraan het materiaal que
CTOD-waarde moest voldoen, dienden alsnoc
onderbouwd te worden. Het was verder