De verbetering van het
Kanaal door Zuid-Beveland
In 1978 werd het plan vastgesteld voor de
verbetering van het Kanaal door Zuid-Beve
land. Onmiddellijk daarna begon men met de
benodigde onderzoeken, vooral naar de
waterloopkundige en grondmechanische
aspecten. Tevens werd een meetpuntnet
opgebouwd om eventuele wijzigingen vast
te kunnen stellen die zouden optreden in de
grondwaterstand.
Ook de grondaankoop kwam op gang en de
procedures werden gestart voor planologische
inpassing en voor het verkrijgen van de
vereiste vergunningen. Budgettaire omstandig
heden veroorzaakten dat de daadwerkelijke
start van de verbeteringswerkzaamheden
enkele malen werd vertraagd. In 1981 werd
zelfs besloten om het gedeelte ten Noorden
van de Vlaketunnel uit te stellen tot na 1986.
Medio 1983 echter viel de beslissing om de
werken ten Zuiden van de Vlaketunnel in
uitvoering te nemen. Reden hiervoor was de
slechte toestand van het sluizencomplex bij
Hansweert, dat als eerste waterkering tegen
de Westerschelde in belangrijke mate tekort
schoot. Het grootste bestek van de verbete-
ringswerken beschrijft dan ook de aanleg van
een nieuw sluizencomplex.
Voor de aanleg van de bijbehorende voorha
vens was het noodzakelijk dat de kabels en
leidingen verwijderd werden en aangepast. Dit
werk wordt beschreven in een tweede bestek.
De kanaalkruisingen van de nieuwe leidingen
konden alleen dan zinnig worden uitgevoerd,
wanneer het kanaal ter plaatse van deze
kruisingen al aangepast was aan de nieuwe
afmetingen. Het eerste grondwerkenbestek
omschreef dan ook voornamelijk het verruimen
van het kanaal ter plaatse van de zinkerkrui
singen. Verder was in dit bestek de aanleg van
het dijklichaam voor de nieuwe oostelijke
kanaaldijk opgenomen. Over deze drie
bestekken gaat dit artikel.
Het sluizencomplex
Eind 1983 werd het sluizen-bestek gegund
aan Van Hattum en Blankevoort. De werken
zouden, in verband met de beperkte financiële
483