1 middelen, gefaseerd worden uitgevoerd. De Oostsluis diende als eerste in het voorjaar van 1 988 operationeel te zijn; de Westsluis mocht twee jaar later gereed komen. Om al te ingrijpende verlaging van de grond waterstand in de omgeving te vermijden, is bij de bouw van de nieuwe sluishoofden gekozen voor een retourbemaling. Aangezien die niet gefaseerd uitgevoerd kon worden, is ook de bouw van de sluishoofden niet gefaseerd over de jaren. Voor elk complex van sluishoofden i<; een retourbemaling aangelegd. Begonnen werd met de bouwput voor de zuidelijke sluishoofden. Eerst werd van damwand een bouwkuip gemaakt van 30 bij 100 m, tot een diepte van N A P. -21,5 m. Uit die kuip werd de bodemspecie ontgraven tot N.A.P. -5 m. Na deze eerste ontgravingen werd de inmiddels geïnstalleerde retourbema ling ingeschakeld, en de bouwput droog gepompt. De retourbemaling werd zodoende tegelijk operationeel beproefd. In de droogge pompte bouwkuip werden op N.A.P. -4 m stempels aangebracht. Daarna werd de retourbemaling uitgeschakeld, en de bouwput weer gevuld met grondwater, tot het maaivelc, op N.A.P. -0,5 m. In den natte is vervolgens de bouwput ontgraven tot N.A.P. -15 m. In dia put is allereerst een onderwaterbetonvloer aangebracht van 4 m dikte. Na voldoende verharding van dit ongewapende beton werd de bouwput drooggepompt; de retourbemaling was opnieuw ingeschakeld. Rondom de bouwput zakte het grondwaterpeil hierdoor tot N.A.P. -6,5 m. Op de ongewapende betonvloer werd daarna een 3 m dikke constructievloer aangebracht van gewapend beton. Het totale gewicht van de 7 m dikke betonlaag was voortaan voldoends Fig. 1. Overzicht van het kanaal 484

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 42