voor een evenwicht met de normale grondwa
terstand: de retourbemaling kon worden
uitgeschakeld en overgeplaatst naar de
noordelijke sluishoofden. Hier werd de
baschreven procedure herhaald,
li de bouwkuipen worden de sluishoofden in
g iwapend beton opgetrokken tot N.A.P. +7
nrde drempeldiepte ligt op N.A.P. -7,30 m.
D 3 verst naar buiten gelegen bouwputdamwan-
d n worden opzij met 100 m verlengd als
k\ yelschermen tegen onder- en achterloops-
h< id; tegelijkertijd fungeren ze als grondkeren-
di vleugelwanden.
D kolkwanden bestaan in principe uit een
bf tonnen L-muur, gefundeerd op palen en een
d; mwandscherm. Door de eenzijdige zijde-
lir gse gronddruk op de paalfundering was
ge bruik van betonnen palen niet zonder meer
m jgelijk. Voor de buitenste kolkwanden is dit
0| gelost door de bodem te verdichten met
be hulp van een tijdelijke extra bovenbelasting.
D binnenste kolkwanden, die samen de
be grenzing van het midden-eiland vormen,
zi 3 op het niveau van de liggende poten van
d. L-muren gekoppeld door een betonplaat.
H ardoor ontstaat een bak in de vorm van een
U gefundeerd op verticaal ingebrachte
b' tonnen palen. Om de wisselende belasting
Vc n de twee sluiskolken op te vangen was
sl chts één stelsel van schoorpalen vereist.
D bodem van de betonnen bak ligt op N.A.P.
0,9 m. De bak wordt tot N.A.P. +7 m
ae ngevuld met goed waterdoorlatend zand.
In deze zandbak worden de ruimtes gebouwd
vc ar het dieselaggregaat voor de noodstroom,
vcor de schakelruimte voor de stroomtoevoer
er voor de opslag van dieselolie. Ook worden
hi r de kelders van het bedieningsgebouw
gemaakt.
Het nieuwe sluizencomplex zal bestaan uit
tv\ 3e sluiskolken van elk 24 bij 280 m, met in
el hoofd een enkele kering met roldeuren. De
he agte van het sluizencomplex op N.A.P.
7,0 m voldoet aan de normen van de
Dr Itawet. De drempeldiepte van N.A.P. -7,30
m geeft bij de maatgevende laagwaterstand
op de Westerschelde voldoende diepgang
voor geladen duwvaartuigen.
Ni ellering van de kolken vindt plaats door
sc ~t u if openingen in de roldeuren. In de
hcofden en kolkwanden zijn dan ook geen
onloopriolen aangebracht.
K: bels en leidingen
0 de Zeeuwse eilanden zijn relatief veel
hc ofdtransportleidingen voor energie en water
ncdig. Deze transportleidingen van Brabant
naar Midden- en West-Zeeland kruisen het
Kanaal door Zuid-Beveland voor het grootste
deel ten zuiden van de Vlaketunnel.
Vóór het begin van de verbeteringswerkzaam
heden lagen hier drie waterleidingen, drie
gasleidingen en een industrieleiding. De
kruisingen met het oude kanaal waren
verdeeld over 8 zinkers en geconcentreerd op
vier plaatsen. De kabelleidingen van de P.T.T.
en de elektriciteitsdistributie kruisten het
kanaal eveneens via zinkers. Tussen Schore en
Hansweert werd het kanaal verder nog
gekruist door een 150 kV-hoogspanningslijn.
De verbreding en verdieping van het kanaal en
de tracé-aanpassing in de richting van het
nieuwe sluizencomplex vereisten aanpassing
van al deze leidingen. Daar de nieuwe
kanaaldijken zowel ten noorden als ten zuiden
van het nieuwe sluizencomplex eerste
waterkeringen worden - de eerste tegen de
Oosterschelde en de andere tegen de Wester
schelde - worden er hoge eisen gesteld aan
de kruisingen van de aan te passen zinkers.
Alle leidingen kruisten het oude kanaal met
vergunning van Rijkswaterstaat. Opzegging
van deze vergunningen - op zich een rechtma
tige overheidsdaad - zou zonder voldoende
schade-compensatie een onrechtmatige daad
genoemd kunnen worden Aan een commissie
van deskundigen is advies gevraagd over de
mate van compensatie. De commissie
adviseerde ominhet kader vande zogenaamde
bestuurscompensatie alle kosten voor de
noodzakelijke aanpassingen te vergoeden. Eén
van de overwegingen hierbij was dat het Rijk
de betreffende leidingen tegenkwam in de aan
te kopen gronden. Het opheffen van de
zakelijke rechten waardoor de ligging van
deze leidingen juridisch gegarandeerd was,
zou een moeizame en langdurige procedure
vergen. Zolang deze rechten niet konden
worden opgeheven, zou het opzeggen van de
vergunningen voor de oude kanaalkruisingen
juridisch aanvechtbaar zijn.
Het advies van de commissie bevestigde
tevens het recht van de watermaatschappij de
nieuwe waterleidingen op tenminste twee
gescheiden plaatsen het nieuwe kanaal te
doen kruisen; dit verhoogt de veiligheid van
het watertransportsysteem bij eventuele
scheepsongevallen. Landelijk wordt erkend
dat het transport van het essentiële drinkwater
een dergelijke hoge veiligheid vereist. Boven
dien werd het kanaal voorheen op drie
afzonderlijke plaatsen gekruist. De effectiviteit
van de spreiding wordt verhoogd door de
zinkers minstens twee scheepslengten uit
elkaar te situeren.
In de gegeven situatie komt dit neer op de
485