Summaries
Grondmechanische aspecten van de
westelijke Markiezaatskade
Tijdens de uitvoering van de westelijke
Markiezaatskade is een aantal sta bi I iteitspro-
blemen opgetreden. In één van de gevallen
was dat het gevolg van het gekozen ontwerp.
Hierbij werd de ontwerpbelasting al in de
bouwfase aangebracht door een tijdelijke
extra overhoogte op de constructie. Gelet op
de theoretische, maar zeker ook praktische
nadelen die tijdens de uitvoering naar voren
kwamen, is het ontwerp gewijzigd: voortaan
werden steunbermen toegepast.
Ook op een andere locatie zijn onverwachte
instabiliteiten opgetreden. Daarnaar is een
uitgebreid onderzoek ingesteld, waarbij
aandacht werd besteed aan de rekenmodellen
waarmee de stabiliteit van slappe kleilagen
wordt bepaald.
De verbetering van het Kanaal door Zuid-Be
veland
Vanaf 1978 worden er voorbereidingen
getroffen voor de verbetering en verbreding
van het Kanaal door Zuid-Beveland, als
onderdeel van de Oosterschelde-werken. In
1983 werd besloten over te gaan tot uitvoering
van althans het zuidelijke gedeelte, wegens de
slechte toestand en de toenemende onder-
loopsheid van de sluizen bij Hansweert. De
oostelijke sluis van het nieuw te bouwen
complex zal het eerste gereed zijn: najaar 1987.
Modellen van ecosystemen
Wiskundige modellen kunnen belangrijke
analyses maken ten dienste van milieukundig
onderzoek, en deels zelfs toekomstige
ontwikkelingen voorspellen. Dit wordt aange
toond aan de hand van de resultaten van een
eutrofiëringsmodel van het Zoommeer en van
een model van het voedselweb in de Ooster-
schelde.
Het biologisch gedeelte van het eerstgenoem
de model berekent de algenbiomassa bij de
heersende abiotische omstandigheden. Het
chemische deel berekent de chemische
samenstelling van het systeem. Met dit model
zijn voor het Zoommeer verschillende alterna
tieven doorgerekend met betrekking tot de
doorspoeling.
In het project BALANS werd met behulp van
het als tweede genoemde model onderzocht
hoe in de Oosterschelde de primaire produktie
verloopt, hoe de voedselketen er in elkaar zit,
en wat de invloed is van de uitwisseling met
de Noordzee.
Transport and placing of the sill beams
In the years 1985 and 1 986, 62 sill beams
were installed in the storm surge barrier of the
Oosterschelde. They form a frame beneath
the gate openings and provide the cross
members of the sill. One such 40 m long sill
beam weighs 2700 tons.
The beams were built in a dry dock at M.S.L.-
1 5 m, and were transported by the trestle rig
'Taklift 4' which had to be reconverted for this
purpose. The trestle rig was moored to the
pontoon 'Macoma'. After this the beams were
hoisted off and were fixed into their exact
location with jack-screws and finally filled with
sand.
Material problems with the storm surge
barrier gates
The gates' main bearing system for the
Oosterschelde barrier appears to exhibit a
number of shortcomings. This is because
there was a changeover to the hot rolling
process with the fabrication of the tubing,
without sufficient research beforehand into
the possible consequences for the particular
nature of the material. The mounting of the
gates was then in full progress.
Originally it looked as though all metal tubing
with a grain size of less than 8.5 would have
to be scrapped. Subsequent studies have
enabled the repairs to be limited considerably
after an international panel of experts had
approved. The joints of the gates already
mounted had to be improved so that the initia
defects were corrected, the Maddox factor
decreased and the metal fatigue resistance
improved. An inspection will take place every
three years.
Hydraulic research for the design of the
compartment dam sandfill closures
As the compartment dams are to be closed
after completion of the Oosterschelde barrier,
the closure can be done with sand.
For the first time in the Netherlands, model
studies for these closures have been fully
developed on computer. Water current
speeds are particularly significant in calculating
the sand losses which will occur. The prediction
of this marginal condition and the chances of
it deviating to a certain degree could
498