er al ten dele rekening mee gehouden door
plaatselijk versterkingen op te nemen in het
achterschip.
In het voorjaar van 1984 ging de bok het dok
in. Er werden toen aanpassingen uitgevoerd
voor het plaatsen van de dorpelbalken. Op het
achterschip werden twee boeghoorns
geplaatst, voor het ophangpunt van de
dorpelbalk. Het voorschip werd verbreed met
twee zijkasten met pennen erop voor de
koppeling met de 'Macoma'. Nabij het
achterschip werden twee zijvlerken aange
bracht met daarin cilinders voor het afsteunen
van de combinatie, en eveneens vier uithoud-
buffers bijgebouwd voor de afsteuning van de
dorpelbalk. Dan werden er nog omloopschijven
geplaatst voor de hijsstroppen die vanaf de
hijsblokken naar de boeghoorns lopen, en
twee extra verhaallieren.
Vóór de proefperiode begon, eind 1984, werd
aan boord meetapparatuur geïnstalleerd.
Uit een van de onderzoeken bleek dat met
name de reactie van de 'Taklift 4' op zware
golfcondities aanzienlijk gereduceerd kon
worden door hem vast te maken aan een
afmeerponton. Een tweede voordeel van deze
combinatie was, dat de 'Taklift 4' in het
sluitgat sneller en eenvoudiger kon verankeren
Het verzetten van ankerdraden voor het
verstappen naar de volgende locatie kon dan
gebeuren tijdens het transport gedurende de
bouwdokhandelingen van de 'Taklift 4', zodat
het geen extra tijd kostte. Bovendien had men
de ankerlieren van de 'Taklift 4' moeten
verzwaren wanneer die het zonder afmeerpon
ton zou moeten doen.
Voor de dimensionering van de afmeer- en
opschoonponton 'Macoma' was de combinatie;
450