op de tijdsduur van een bepaalde activiteit; ook werd zo een schatting mogelijk van de kans van optreden ervan. Met behulp van probabilistische rekenmethoden kon dan worden berekend wat de betrouwbaarheid was van de opgegeven tijdsduur van een activiteit of van een reeks activiteiten. Tevens kon een schatting gemaakt worden van de meest waarschijnlijke marge waarbinnen het werkelijke voltooiingstijdstip van een bepaalde activiteit of reeks van activiteiten zou komen te liggen. In het algemeen kon hiermee een indruk worden verkregen van de betrouwbaar heid van een bepaalde planning, en van de meest kritische punten daarin. Het belang daarvan, in het bijzonder voor activiteiten op het kritische pad, zal duidelijk zijn. Deze hulpmiddelen werden gebruikt voor het opstellen van de werkdocumenten waarmee het management het hele proces stuurde. We beschrijven een aantal van deze werkdocumen ten. Allereerst het overall uitvoeringsplan, dat de vorm had van een relatie/tijd-diagram van het gehele project, gedetailleerd tot in hoofdacti viteiten en kalendermaanden. Dit was het basisplan, dat door de projectleiding werd vastgesteld, en dat als uitgangspunt diende voor alle andere plannen. Het eerder genoemde tijd/weg-diagram voor de sluitgat-activiteiten diende als een van de belangrijkste uitgangs punten voor de opstelling van dit plan. Daarnaast werkte men met een beleidsplan, een meer tot hoofdlijnen en kalenderkwartalen geschematiseerd balkendiagram zonder relatielijnen, waarin vooral beleidsrelevante elementen waren aangegeven. Het werd opgesteld door de projectorganisatie en goedgekeurd door de stuurgroep. Eventueel gekoppeld aan een voortgangsrapportage diende het vooral ter informatie aan hogere beleidsniveaus. Het coördinatieplan was een het gehele project omvattend balkendiagram in kalender maanden van hoofdactiviteiten, gegroepeerd per projectbureau of stafgroep; in dit document werden de uit het gehele plan afgeleide en in de projectleiding afgesproken tijden vastge legd. Dit coördinatieplan gold als uitgangspunt voor de meer gedetailleerde planning van de projectbureaus en de stafgroepen. Een ongeveer twee jaar bestrijkend uittreksel van het coördinatieplan werd gebruikt voor de maandelijkse voortgangsrapportage van het gehele werk. Naast dit alles bestonden er nog projectbureau plannen, werkgroepplannen, en deelproject plannen-meer gedetailleerde balkenschema's, uitsluitend voor de betrokken activiteiten. Deze schema's waren uitsluitend bestemd voor de interne processturing in groepen of deelprojecten. De hiërarchie in de projectorganisatie werd zo dus weerspiegeld in de hiërarchie van de planningsdocumenten. De planningsdocumen ten op een bepaald niveau dienden, met gebruikmaking van informatie uit lagere of gelijke niveaus, afgestemd te zijn op de documenten die in gebruik waren op het naas' hogere niveau; ze werden ook door dat hogere niveau goedgekeurd. Op ieder niveau moesten de plannen van de aangrenzende niveaus dus bekend zijn, hetgeen de onderlinge informatie-uitwisseling zo goed mogelijk waarborgde. De compartimenteringswerken Ook bij de compartimenteringswerken is de projectgewijze aanpak gevolgd. In de inleiding is het doel van de projectaanpal al aangegeven: de mogelijkheid tot snelle realisering van het project, en tevens de functie van het projectplan. Het projectcoördi natiesysteem moet dus gericht zijn op een effectieve afstemming van doel en randvoor waarden van het project, en van de beschikbare middelen. Daarnaast moet het systeem de mogelijkheid bieden om gemaakte afspraken te effectueren, en de toepassing ervan na te gaan. De coördinatie tussen taken werd verzorgd door de projectorganisatie ingesteld voor de bouw van de compartimenteringswerken. Deze coördinatie kon resulteren in werkafspra ken, in ad hoe overleg, of bij meer uitgebreide taken in de oprichting van een werk- of projectgroep. Het doel van de coördinatie was in de meeste gevallen efficiency van perso- neelsinzet, zoals bij ontwerpgroepen. Soms was het doel afsplitsing van taken; dat kwam vooral voor bij onderzoeksgroepen. De coördinatie van de activiteiten berustte op een systeem van planning en controle. Per project werd een planning opgesteld waarin de te verrichten activiteiten in de tijd waren vastgelegd, op basis van de samenhang die ze vertoonden met de overige activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van benodigde informatie, kwaliteitseisen, beschikbare tijdsduur en benodigde wacht- en procedure tijden. Het geheel van activiteiten met relaties en afstemming was opgenomen in het projectplan en in het coördinatieplan. Het coördinatieplan was een afgeleide van het projectplan. Regelmatig werd de stand van zaken opgenomen, dat wil zeggen: een vergelijking van de voortgang van de activitei- 512

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 14