Isc elde (VOWO), dat een interne Rijkswater- Ist. atsaangelegenheid was, en het zogenaamde 0 rleg Werken Oosterschelde (OWO), w; traan naast de Rijkswaterstaat tevens de Ifir nciële afdeling van het eigen Ministerie en Ihe Ministerie van Financiën deelnamen. Be de vormen van overleg hadden dezelfde lac nda; het VOWO-overleg diende slechts als vo rportaal voor het OWO-overleg, ter interne to sing binnen de Rijkswaterstaat van de 3 rij ïeid van de voorstellen, voordat ze werden ivo rgelegd aan de andere partners. iHe doel van deze overlegstructuren was dat Bde jitvoerende projectorganisatie-eenheid Ivo elk groot projectonderdeel of elke bundel va werkzaamheden principeplannen zou ine anen, en daarvan éénmalig en tegelijkertijd uit g zou geven aan de bevoegde en besluit- vo nende eenheden, zoals de hoofddirectie vai de Waterstaat, de financiële afdeling van he aigen Ministerie en het Ministerie van Fir nciën. Na discussie probeerde men dan ge ktijdig de instemming te verkrijgen van de 3 organen op het ingediende principeplan. Zo ra dat het geval was opende Financiën het kre iet en reserveerde de financiële afdeling va Verkeer en Waterstaat het krediet intern. De urincipeplannen konden, gezien het in het alc meen globale karakter van de techniek, rei is in een vroeg stadium, en in ieder geval tijc g worden opgemaakt. Na goedkeuring van elk principeplan moest in de oop van de daaropvolgende tijd een aantal de iovereenkomsten en bestekken worden ine diend. Voor zover zij pasten in een pr cipemachtiging en daaraan konden re reren, kregen zij een spoedbehandeling bij de oofddirectie, waarna goedkeuring werd ve eend aan de dienst onder gelijktijdige to ending door de hoofddirectie van het de voorstel naar de financiële afdeling ten be oeve van de feitelijke kredietverstrekking. D' e procedure heeft ondanks de nodige hi iernissen redelijk goed gefunctioneerd. I Ec er ook in dit geval blijft het de vraag of in ee project als het onderhavige, met een zo gr ot spanningsveld van randvoorwaarden, in na olging van de technische delegatie ook op he financiële vlak niet tot verdere delegatie zc dienen te worden overgegaan. Op te inisch gebied is reeds vanaf de aanvang v; het project de noodzaak onderkend, de b luitvorming zo dicht mogelijk bij de 01 werpende en uitvoerende organisatie te bi ngen. De werksturende en besluitvormende structuur is voor zover het de techniek betreft, steeds daarop gericht geweest. Zonder deze delegatie zou de projectuitvoering ook ernstige stagnatie hebben ondervonden. Ten aanzien van het financiële aspect moet geconstateerd worden dat eenzelfde soort delegatie de projectuitvoering zeer ten goede zou zijn gekomen, en besparend zou hebben gefunctioneerd. Mogelijk kan hieruit bij volgende projecten enige lering worden getrokken. Externe toetsing In de loop van het project zijn regelmatig controles uitgevoerd door personeel van de accountantsdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ze betroffen de financiële en administratieve afwikkeling van overeenkomsten en bestekken, en ook de overige bedrijfsvoering van de directie. In eerste instantie werd bij het uitvoeren van dit soort controles geen inhoudelijk oordeel uitgesproken over de wijze waarop een en ander was beschreven in een bestek of een deelovereenkomst. Er vond slechts controle plaats op de afrekening en op de juiste toepassing van regels en voorschriften. Geleidelijk aan is het Ministerie meer kritisch inhoudelijk gaan mee-oordelen over structuren en beleidsafwegingen. Binnen de afweging van tijd, geld en kwaliteit zijn immers door het management gedurende het gehele project beslissingen genomen waarvan de financiële consequenties veel verder reikten dan het al dan niet juist interpreteren van een bestek of een overeenkomst. Een oordeel over de juistheid van zulke beslissingen vraagt dan ook om een andere vorm van controle. Voor een project als de bouw van de stormvloedke ring was financieel-economische toetsing van hoog niveau een noodzaak. FHet is dan van belang over een hoogwaardig terzake kundig controleteam te beschikken, dat in staat is om te oordelen over de kwaliteit van de uitvoering en het gebruik van de middelen door de projectorganisatie. Bij de stormvloedkering is gekozen voor externe toetsing. Dit gebeurde overigens pas in een laat stadium, en mede onder politieke druk. De Commissie-Le Blanc, die hiermee was belast, heeft in de eindfase het hele project doorgelicht en een aantal adviezen uitgebracht, die voor een deel door de projectorganisatie zijn overgenomen en uitgevoerd. 519

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 21