Naar deze vorm van continuïteit werd bij de beheerder ook gestreefd bij de opbouw van de verdere organisatie. Bij de dienstkring en bij het centrale apparaat zijn op een groot aantal plaatsen medewerkers vanuit de bouworganisatie aangesteld. Hierdoor bleven kennis en ervaring behouden, en kon in een aantal gevallen ook hier voor directe continuï teit worden gezorgd. Voor de Werktuigkundige en Elektronische Dienst gold dit niet, omdat de gevraagde disciplines onvoldoende beschikbaar waren. De opleiding en het inwerken van deze medewerkers moest nu gebeuren op relatief korte termijn. Gunstig was hierbij dat men zich eerst kon concentreren op de pure bedieningstaken, vóór 1 oktober 1 986, en dat de periode van 1 oktober 1986 tot 1 januari 1987 kon worden benut voor nadere opleiding en training ten behoeve van onderhoud en inspectie, begeleid door specialisten uit de bouworganisatie en ondersteund door de betrokken aannemers. In de loop van 1 987 zal het overdrachtsproce worden afgerond, gekoppeld aan het daadwer kelijk opleveren van de onderdelen die nog voorkomen op de puntenlijst. Tot de belang rijkste nog op te leveren en over te dragen onderdelen horen de natte werken, dat wil zeggen de gehele onderwaterverdediging van de kering vanaf pijlers en dorpelbalken tot en met de ontgrondingskuilen aan de rand van d> bodembescherming, en daarnaast de uitkragin gen van de verkeerskokers ten behoeve van de weg over de kering. Het doel was de kering zo compleet mogelijk op te leveren. Tot die oplevering behoren niet alleen de materiële zaken die worden meege leverd, zoals een inspectiewagen voor de Fig. 2. Geografische begren zing van de overdracht BEGRENZING GEBIED WAARBINNEN ZICH DE OVER TE DRAGEN OBJECTEN BEVINDEN NOORD BEVELAND schuiven, veiligheidsvoorzieningen op het lan en in het water, initiële reserves steenvoorra- den, onderhoudswerkplaatsen, haven- en terreininrichtingen en tal van kleine voorzienir gen, maar ook immateriële zaken. Het gaat hier met name om de overdracht van kennis van het object, die voor de beheerder van eminent belang is in verband met de voorbe reiding van de organisatie en de uitvoering van het beheer. Van belang zijn de uitgangspunten van het ontwerp en de daaruit voortvloeiende denk beelden over bewaking en inspectie. Hieruit valt af te leiden op welke wijze inspectie en onderhoud moeten worden opgezet, welke omvang ze dienen te hebben, en - wat zeker zo belangrijk is - welk onderhoudsbudget daarvoor vereist is. Getracht is naast opleidin en training in de praktijk ook kennis over te 538

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 40