~)e werken in de Oosterschelde vormen een megaproject van internationale betekenis, r is tien jaar werk in geïnvesteerd, en bijna VoorlichtiflQ cht miljard gulden. Waarom ze werden ondernomen, kan voor niemand onduidelijk ijn: de wet en de politieke besluitvorming I ggen ter inzage. Bij deze stand van zaken I jkt het of voorlichting alleen nog maar I oeft te bestaan in het verstrekken van i lededelingen over het gigantische project an een geïnteresseerde buitenwereld en e en op nieuwtjes jagende pers. t e ervaring van jaren leert echter dat het t >taal anders ligt. Voorlichting is in laatste i stantie een kwestie van overtuigen. De t uitenwereld èn de binnenwereld - de r iedewerkers aan het project - moeten er zelf cp een rustige, zakelijke manier van overtuigd ceraken dat de onderneming het waard is om r iet inzet van alle krachten tot een zo goed mogelijk einde te worden gebracht. De baten van de voorlichting zijn in dit opzicht niet te tesommen - maar ze zijn enorm. E Ik jaar 300000 mensen op de tentoonstelling op Neeltje Jans, honderden intensieve nationale en internationale perscontacten, f ms en televisie-uitzendingen over de gehele v ereld, en jaarlijks zo'n vijfhonderd speciale entvangsten van hoogwaardigheidsbekleders ei technici uit de gehele wereld, zulke r sultaten zouden de PR-afdeling van menig bedrijf doen watertanden. Belangrijker is misschien nog wel dat de deelnemers aan v aterbouwkundige congressen, de lezers van oe folders van het Nationaal Bureau voor I aerisme en de officiële buitenlandse bezoe- kars eindelijk eens een ander beeld kregen van f ederland dan de traditionele molens en k ompen. Het belang van de wijziging in het teeld dat men van Nederland heeft, gaat varder dan de export van het produkt water bouw. f laar het grootste rendement van voorlichting moet uiteindelijk gezocht worden in de rust, bet vertrouwen en de motivatie van hen die Eet werk moesten maken: om het vertrouwen II geven in een open communicatie over de r iogelijkheden en moeilijkheden van het werk, i het de voorlichting uiteindelijk begonnen. oorlichting is, kortom, een beleidsinstrument, e én van de noodzakelijke middelen om de voortgang en de voltooiing van het werk veilig te stellen.Bij het begrip beleidsinstrument wordt in de eerste plaats vaak gedacht aan middelen als geld en personeel, soms ook aan de afgeleide middelen planningstechniek, organisatie en contractvorm. En dat is terecht: het zijn bij uitstek de middelen waarmee de leiding kan opereren om op efficiënte wijze haar doel te bereiken. Gaat het over voorlichting en voorlichtingsmid delen, dan zal men geneigd zijn allereerst te denken aan ideële en commerciële doelen. Maar de Oosterscheldewerken hebben ons geleerd de voorlichting nog op een andere wijze te waarderen. Zij kan ook wezenlijk bijdragen tot de efficiency van de organisatie. Of een efficiënt resultaat wordt bereikt, hangt namelijk niet uitsluitend af van de kwaliteit van de gekozen oplossing. Die oplossing moet ook nog aanvaard worden, en veelal is het zelfs van nog fundamenteler belang dat het probleem wordt onderkend en erkend, waarvoor de probleemoplossing een remedie biedt. In onze huiselijke situatie hebben we daar allemaal ervaring mee. Opvoeders doen er onverstandig aan, hun kinderen met maatregelen te overvallen, al zijn ze nog zo goed. Eerst moet er een probleem gesteld worden, dan moet er discussie mogelijk zijn over mogelijke uitwegen, en tenslotte kan er dan in overleg een oplossing worden gevonden. Het eenzijdig doordrukken van maatregelen heeft het grote nadeel dat de eerst betrokkenen hun innerlijk verzet niet opgeven. Aandacht voor betrokkenheid en acceptatie werkt meestal beter. Er is kennelijk verband tussen die drie factoren: resultaat, kwaliteit en acceptatie. Staat men voor complexe proble men en zijn verantwoordelijkheidspatronen 541

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 43