riële verantwoordelijkheid. De materie was
tamelijk ondoorzichtig, leende zich althans
zoor allerlei verschillende manieren van
presentatie en interpretatie. Zodra er dan ook
sijferopstellingen geleverd moesten worden,
oraken op departementaal niveau stammenoor-
ogen uit. Dit leidde op hoger, politiek niveau
ot vaagheid inzake de vraag of de budgetten
nu wel of niet werden overschreden. Krasse
aal van de minister - 'allemaal Indianenverha-
en' - leverde alleen maar politieke tegenwind
np, en tot op de dag van vandaag staan de
Dosterscheldewerken in een reuk van misma-
ïagement - wat zij allerminst verdienen.
Door middel van halfjaarlijkse rapportages aan
iet parlement werd getracht de schade te
jeperken. In de beginjaren van het project
ïchter met matig succes. Voorlichting dient
laast betrouwbaar en helder vooral ook snel
e zijn, iets wat de voortgangsrapportages
allesbehalve waren. In de laatste twee
abinetsperioden is strikter de hand gehouden
lan de tijdslimiet, hetgeen de houding van de
>ers, het publiek en vooral de politiek ten
goede deed veranderen.
"och heeft scheiding van financieel-politieke
oorlichting en technische voorlichting het
mago van de Oosterscheldewerken over het
leheel geen goed gedaan. Intern heeft de
irganisatie hier weinig van geleden door de
nstelling van niet-openbare maandelijkse
inanciële rapportage. Zonder inzicht in de
orte- en lange-termijneffecten van de
inanciële middelen zou een onwerkbare
ituatie en een onverantwoordbaar manage-
nent zijn ontstaan.
A/at nu precies het gevolg is geweest van de
plitsing van de voorlichting in een financieel
tn een technisch aspect, is niet direct
neetbaar. Gunstig is het niet geweest, dat
staat vast. Dat er van de financiële voorlichting
n de meeste bladen weinig terecht is gekomen,
/alt niet te verwonderen. Ramingscijfers,
nflatie-indexen, technische overschrijdingen
luitelden over elkaar heen. Vaak was niet
iuidelijk of een cijfer de stormvloedkering
tlleen betrof, of de Oosterscheldewerken in
lun geheel; bijna geen week ging voorbij of
iemand had wel enige, gekleurde, mening te
verkondigen over een deel van de toch al
onontwarbare informatie. Gevolg is dan ook
geweest, zo blijkt uit een Volkskrant-onderzoek,
dat 70% van de Nederlanders slechts een
uiterst schimmig beeld heeft van wat de
Oosterscheldewerken hebben gekost; maar
65% wist vrij goed waar de werken voor
dienden.
Kosten
In de drukste jaren van het project, tussen
1980 en 1 986, werd per jaar gemiddeld 20
manjaar besteed aan voorlichtingsactiviteiten.
Vijftien van die manjaren kwamen voor
rekening van een afzonderlijke voorlichtings
dienst; de overige tijd werd geleverd door
allerlei projectmedewerkers, van technische
specialisten tot kantine-personeel, die
lezingen hielden, tentoonstellingen hielpen
opbouwen en dergelijke meer. Totaal bedroe
gen de kosten van de geleverde inspanningen
jaarlijks ongeveer 2,5 miljoen gulden, één
derde procent van de jaarlijkse uitgaven voor
het project.
Buitendien waren jaarlijks 15 tot 20 manjaren
gemoeid met de opvang van belangstellenden
in het informatiecentrum op het werk. De
inkomsten uit de entreegelden hier waren
meer dan kostendekkend. Bij een entree van
zeven gulden bleek het mogelijk het hele jaar
een eigen lijndienst te onderhouden met een
autobus, en in de zomermaanden rondvaarten
te organiseren. De expositie zelf was het hele
jaar open. Na een aanvankelijke investering
van een kwart miljoen konden verdere
investeringen worden gedaan uit de exploitatie.
Bovendien bleek het mogelijk 1,4 miljoen te
investeren in de realisering van een permanent
informatiecentrum in het bedieningsgebouw
van de kering.
Het project is ten einde, de voorlichting blijft.
Na een schuchter begin lijkt het nu wel
duidelijk dat de voorlichting, het kind van de
Oosterscheldewerken, zoals het hoort zijn
ouders gaat overleven.
543