Inleiding
De aard van een werk bepaalt de werkwijze.
Dit lijkt een open deur, maar het blijkt dat
niet te zijn. Maar al te vaak denkt men de
organisatie en de manier van leiding geven
te kunnen behouden, ook als het werk van
aard verandert. Bij de Deltawerken heeft
men de les van de flexibiliteit in een korte
tijd tegen een vrij hoge prijs moeten leren.
)e Deltawerken vormden een mega-project,
in Ie Oosterscheldewerken als laatste fase
la rvan eveneens. Ruwweg besteedde
Je 'erland voor het eerste deel van de
)e awerken 4 miljard guldens van vandaag,
in oor het laatste deel bijna 8 miljard. De
ie chikbare tijd was omgekeerd evenredig
nr de financiële omvang: 20 jaar voor de
;e te fase, 10 jaar voor de Oosterschelde-
ve ken.
He unieke karakter van een werk bepaalt in
to e mate de diversiteit van de informatie die
to g is en gebundeld moet worden, en
Ja rmee de complexiteit. Een transistor-radio
tv complex zijn, het bouwen ervan is geen
;o iplexe zaak wanneer alle benodigde
n rmatie reeds lang in rij en gelid staat. Een
;ti x gewapend beton lijkt simpel, maar
tv; meer het moet voldoen aan geheel nieuwe
ïi :n van duurzaamheid en krachtenoverbren-
ji g is het maken ervan complex. Chemici,
j( ontechnologen, mechanica-experts en
ti oerders zullen hiervoor hun krachten
Ti eten bundelen.
groot, uniek en complex werk als de
D sterschelde-afsluiting kan niet bestuurd
a rden zoals de bouw van een viaduct of een
lemuur. Bij die werken staat het te realiseren
3 ;tek duidelijk voor ogen. De te nemen
r ppen zijn bekend en te overzien, en ervaren
p jectleiders kunnen het roer stevig in
I iden nemen. Maar wanneer noch het te
b wen werk noch de bouwwijze ervan
d del ijk voor ogen staan, moet er anders
a den gestuurd.
E de Oosterscheldewerken is dat primair
g Jeurd door afspraken te maken over de
rr nier van werken en de manier van omgaan
rr t elkaar. Deze afspraken omvatten zowel
de techniek, het ontwerp en de uitvoering, als
het personeelsbeleid, de communicatie en de
wijze van beslissen. Op enkele elementen van
de gekozen strategie willen we hier kort
ingaan.
Wat het ontwerp betreft is gekozen voor het
werken van grof naar fijn, en het steeds naast
elkaar bezien van verscheidene varianten.
Iedere drie maanden werd een rapport
opgemaakt over de 'stand van het ontwerp',
waarin een overzicht werd gegeven van de
gekozen varianten. Het ontwerpproces kreeg
hierdoor een convergerend karakter en kon
gedeeltelijk parallel aan het noodzakelijke
onderzoek in de laboratoria worden uitgevoerd.
Terwijl de grote keuzes - zoals de keuze
tussen monoliet-pijlers of pijlers op putten -
gemaakt werden op grond van voorafgaand
globaal onderzoek, werd tegelijk meer
gedetailleerd onderzoek gedaan voor de
verdere ontwerpstappen. De onzekerheden
met betrekking tot de kwaliteit van het
definitieve werk werden daarbij zoveel
mogelijk geminimaliseerd. Dit bracht uiteraard
extra problemen en dus kosten voor de bouw
met zich mee. Stevig vastgehouden werd ook
aan de lijn dat nieuwe werkwijzen op grote
schaal beproefd moesten worden, dat wil
zeggen veelal buiten het laboratorium.
Een goed en tevens spectaculair voorbeeld
van die keuzen is het ontwerp en het gebruik
geweest van de funderingsmat onder de
pijlers. Deze mat bevatte een filter van grof
zand, kif en grind. Het doel van dit filter, het
voorkomen van zandverlies en uithollingen
onder of nabij de pijlers, kon ook worden
bereikt met een kunststoffilter. Maar er bleek
geen garantie mogelijk voor een duurzaamheid
van 200 jaar bij onbereikbare constructiedelen.
503