Groene Deltadijken in
Friesland
I Jij drie dijkvakken in Friesland wordt de
oor Deltadijken op het buitentalud gebrui-
I elijke harde bekleding geheel of grotendeels
/eggelaten en vervangen door een groene
I ekleding. Het gaat hierbij om primaire
zekeringen met een totale lengte van ruim
3 kilometer. Op de Friese vaste wal komt
i sn volledig groene dijk, die vloeiend zal
1 /erlopen in het groen begroeide voorland,
evens zijn de nog dagelijks door het
zewater bereikte Waddenzeedijken van
meiand en Schiermonnikoog uitgevoerd
Is groene schaardijken met enkel onderaan
e dijk een harde teenverdediging.
'llr al zijn eenvoud is de groene dijk een
lc ndschappelijk en dijkbouwtechnisch
o >vallende verandering ten opzichte van wat
Ih t kenmerkendste was van de doorgaans
a ngelegde Deltadijken: hardheid en hoogte.
IV et name voor de nog uit te voeren 10 km
F ese Deltadijk in Ferwerderadeel biedt een
u voering als groene Deltadijk grote financiële
e esthetische voordelen boven de elders bij
C zltadijken gangbare uitvoeringswijze. In
p aats van het buitenbeloop grotendeels af te
d kken met een harde asfaltbekleding, wordt
h t met klei afgedekt, en vervolgens ingezaaid
n et graszaad, dat langs natuurlijke weg zorgt
v or bewapening met een fijn vertakt graswor-
tf istelsel. De toepassing van de groene
b kleding hoeft niet te worden beperkt tot het
h >gere, overigens onder stormomstandighe-
d n zwaarst aangevallen deel van de dijk: de
a nwezigheid van begroeid voorland maakt
h )t mogelijk hier een volledig groene Deltadijk
a an te leggen.
f ergens elders in ons land is voorlangs een
2 :edijk zoveel klei opgeslibd als ter plaatse
v an wat eens de monding van de Friese
i iddelzee was. Vandaar dat er de afgelopen
5 jaar in Friesland verscheidene plannen
erden ontwikkeld om tot een buitenwaartse
3 acering van de nieuwe Deltadijk te komen,
m daar om financiële redenen meer kans op
maken, spraken de Friese Staten zich door
I at aannemen van een motie in september
i 381 uit voor de aanleg van een groene
eltadijk.
iet waterschap 'Fryslan', de krachtens de
Deltawet voor de dijkuitvoering verantwoorde-
jke instantie, maakte echter bezwaar, vooral
Vanwege de onzekerheid over de hoogte van
de onderhoudskosten. Het waterschap wilde
dan ook niet eerder instemmen met een
groene dijkbekleding, dan nadat vooraf
proefondervindelijk was bewezen, dat die
zowel in sterkte als ook op het punt van de
onderhoudskosten niet onder zou doen voor
een harde bekleding.
De proef vond eind 1983 plaats in de 240
meter lange Deltagoot van het Waterloopkun
dig Laboratorium, nadat die was ingericht
voor het leveren van het golfspectrum dat bij
een zogenaamde superstorm op het dijkvak
kan worden verwacht: een significante
golfhoogte tot 1,85 meter, en maximale
golfhoogten tot bijna 3 meter. Zo'n grote
golfhoogte bleek echter alleen te kunnen
worden opgewekt als het voorland zou
worden weggelaten; achteraf bekeken heeft
dat het voordeel gehad dat de resultaten nu
ook gelden voor een direct aan het Wad
grenzende schaardijk.
In 30 moten van 12 ton werd een stuk dijk ter
breedte van 5 meter uit het noorden van
Friesland naar de Noordoostpolder verplaatst.
Overigens gaf de proefdijk met zijn talud van
1:8 zeker geen ideaal beeld van de werkelijk
heid. Zo sloten de naden tussen de twee
meter lange moten lang niet altijd zuiver op
elkaar aan. Verder stonden de dijkmoten in
beide richtingen enigermate bol, waardoor het
talud een gekarteld uiterlijk vertoonde.
Bovendien begon de proef al met rottingsver
schijnselen op de lagere niveaus, omdat de
proefdijk enkele weken onder een overkapping
had gelegen. En ten slotte was het geen echte
kleidijk, omdat de grondgesteldheid van de
aangevoerde dijkmoten zich op het grensge
bied van lichte en zware zavel bevond, met
een lutumgehalte van 20%; de grondsoort klei
569