jaarlijks miljoenen kubieke meters bodemma- Fig.1Het estuarium van de
teriaal worden verplaatst en voor een deel aan Westerschelde
het systeem onttrokken. De toename vanaf
1970 van het tijverschil bij Bath bijvoorbeeld
wordt toegeschreven aan de verminderde
geulweerstand, die een gevolg is van het
verruimen van de hoofdgeul.
De thans voorgenomen verdieping van de
Westerschelde zal een verdere verlaging van
het laagwater in het oostelijk deel veroorzaken,
terwijl de verhoging van het hoogwater te
verwaarlozen is.
ZEEUWS VLAANDEREN
Een probleem van het verdiepen is, dat de
oevers en schorranden worden bedreigd. Een
ander groot probleem bij de thans voorgeno
men verdieping, waar nog geen oplossing
voor is gevonden, is het bergen van de
vrijkomende specie. Vanwege de verontreini
ging ervan met zware metalen en organische
micro-verontreinigingen mag die bijvoorbeeld
niet in het westelijk deel worden gestort. De
bodem is daar minder verontreinigd; op basis
van het 'stand still'-beginsel mag er dus geen
specie worden gedumpt met een hogere
verontreinigingsgraad. Een andere mogelijk
heid is dat de specie uit het systeem wordt
verwijderd, maar dan bestaat de kans dat de
Westerschelde weer een erosiebekken wordt,
zoals in de zeventiger jaren. Dat proces is
onbeheersbaar en dus ongewenst. Het zoeken
naar oplossingen voor het probleem van de
vervuilde specie houdt momenteel de beheer
der en de onderzoekers intensief bezig.
De water- en de daarmee rechtstreeks in
verband staande bodemkwaliteit van de
Westerschelde staan sterk onder druk van de
industriële en huishoudelijke lozingen. De
576
grootste belastingbron is de Schelde, waarop
nog veel afvalwater van de industrie en de
bevolking ongezuiverd wordt geloosd. Ook hei
Kanaal van Gent naar Terneuzen en de
industrieën langs de Westerschelde leveren
een bijdrage aan de verontreiniging. De
belangrijkste verontreinigingen vormen de
stoffen van de zwarte lijst, waaronder bijvoor
beeld metalen als kwik en cadmium, polycycli
sche aromatische koolwaterstoffen en een
aantal organo-chloorverbindingen, zoals
lindaan. Deze en andere verontreinigende
stoffen binden zich in de waterfase aan het
slib en komen zo door bezinking op de bodem
terecht. In organismen die op en in de bodem
leven is de aanwezigheid van verontreinigende
stoffen aangetoond. Door consumptie werkt
dit door in de hogere voedingsniveaus, dus in
het lichaam van vissen en vogels.