van eventuele grootschalige ingrepen voor de
getijbeweging kunnen worden berekend met
een mathematisch model. Tenslotte zal er met
betrekking tot de natuur een inventarisatie
plaatsvinden van recente gegevens en kennis
over plankton, benthos, vogels, vissen,
schorvegetaties, wieren en zeehonden.
De samenhang tussen het ecologisch en het
maatschappelijk functioneren van een gebied
als de Westerschelde is voor de Rijkswaterstaat
als beheerder reden om dit gebied als een
geïntegreerde eenheid te beschouwen en te
beheren. Voorafgaand aan de concrete
voorbereidingen voor het maken van een
beleidsplan voor integraal beheer van de
Westerschelde werd er onderzoek opgezet om
de kennis van het systeem te verdiepen. Dit
onderzoek is gericht op de geografische en
ecologische complexiteit van het systeem, in
ruimtelijke en dynamische zin; op de maat
schappelijke functies en gebruiksvormen in
hun huidige vorm en hun mogelijke ontwikke
ling; op de wederzijdse afhankelijkheid in het
systeem en de actuele en potentiële gebruiks
vormen; en tenslotte op de geldende en
relevante juridische en bestuurlijke regelingen.
In het voorjaar van 1985 is deze Geïntegreerde
Milieu Beleidsstudie Westerschelde van start
gegaan. Het doel van dit onderzoeksproject is
het verwerven van kennis ten aanzien van de
afzonderlijke disciplines, en een efficiënte
afstemming in breedte en diepte van de
verschillende onderzoeken. Het dient een
integraal plan te ondersteunen, waarbij de
Westerschelde blijft voortbestaan als multi
functioneel watersysteem, terwijl negatieve
beïnvloeding van genoemde actuele en
potentiële functies wordt voorkomen of
geminimaliseerd.
578
Scheepvaart op Antwerpen
Fig. 2. Schema van de onder
linge betrekkingen tussen de
deelprojecten
Er wordt in onderlinge samenwerking onder
zoek verricht naar aspecten van het ecosysteem
-water, bodem, lucht, en levensgemeenschap
pen -, naar gebruiksfuncties zoals scheepvaart
natuur, visserij en recreatie, en naar bestuurlijk
juridische aspecten.
In het onderzoeksproject zijn, naast de
Rijkswaterstaat, de Rijksuniversiteit Utrecht,
het Delta Instituut voor Hydrobiologisch
Onderzoek en de Stichting voor Bodemkarte-
ring betrokken.
Er zijn contacten gelegd met andere instituten
en ministeries. Het is derhalve een samenwer
kingsproject. Dit houdt in dat elke participe
rende instelling haar eigen onderzoek uitvoert,
ten aanzien van de onderzoeksresultaten heeft
elke instantie door middel van een intentiever
klaring uitgesproken dat ze die ter beschikking
zal stellen van andere participanten, en zo zal