AUGUSTUS
NOVEMBER
d vergelijkbaar is met die op de Ventjagers-
p! iat.
C de hoge zandige delen van het gebied, die
]z( /vel voor als na de afsluiting minder sterk
o der invloed stonden van het oppervlaktewa-
Ite is de ontwikkeling ogenschijnlijk minder
si actaculair geweest. Niettemin zijn ook hier
Iv anderingen opgetreden. Globaal kan
w >rden gesproken van een overgang van een
vi getatie min of meer kenmerkend voor
ze aduinen naar een vegetatie die te karakteri
js en is als droog en neutraal grasland.
A hteruit gingen hier onder andere Zandhaver,
B starwegras en Zilverschoon, terwijl soorten
al Zandzegge en Zandmuur belangrijker zijn
g vorden.
T akomstige ontwikkelingen
I In lien de status quo van het gebied gehand
haafd blijft, dat wil zeggen bij gelijkblijvende
waterhuishouding en de afzijdigheid van de
mens, is het aannemelijk dat de bosvorming
onverminderd voortgang zal vinden. Op den
duur zal het gehele laag gelegen gebied
bedekt zijn met bos. De hoger gelegen delen
zullen, als gevolg van konijnevraat, hun
graslandachtige karakter behouden. Wellicht
dat op deze hoge delen ook een duindoorn
struweel zou kunnen ontstaan.
Ten gevolge van de bosontwikkeling dreigt
overigens versnelde oeverafslag. De oppervlak
kige beworteling van de wilgen - een gevolg
van de hoge grondwaterstand - maakt ze zeer
gevoelig voor storm. Een groot deel van de
wilgen die langs de oever staan waait om,
hetgeen tot oeverafslag leidt, behalve waar
riet in de oever staat. Om te voorkomen dat
het gebied zo op den duur geheel zal verdwij-