oorspelling van waterstanden verdient het anbeveling het sluitpeil 25 cm lager te eggen dan het alarmpeil. Het maximaal oelaatbare sluitpeil is derhalve N.A.P. 3,25 n. oor het bepalen van de ondergrens van de euzemogelijkheden voor sluit- en alarmpeilen de overschrijdingsfrequentie van bepaalde /aterstanden maatgevend. Keuze voor een eer lage ondergrens zou een groot aantal anuit veiligheidsoptiek onnodige sluitingen eroorzaken. Een sluitpeil van N.A.P. 2,50 zou bijvoorbeeld leiden tot drie a vier uitingen per jaar, terwijl het beperkt bewa- ngspeil in de huidige situatie slechts één rer per jaar wordt overschreden. Op grond c aarvan is als ondergrens voor het sluitpeil A.P. 2,75 m aangehouden. nderzocht werden drie verschillende c rmbinaties van alarm- en sluitpeil. Als eerste e ;n alarmpeil op N.A.P. 3 m, met bijbehorend s uitpeil op N.A.P. 2,75 m. Gevonden werd Ic tt de kering dan gemiddeld 1,7 keer per jaar n oet worden gesloten. Daarnaast een 3 armpeil op N.A.P. 3,25 m en een sluitpeil o3 N.A.P. 3 m. De sluitingsfrequentie daalt c ïarmee tot 0,6 keer per jaar. Een verdere jv rhoging van beide peilen met 25 cm leidt t t een sluitingsfrequentie van 0,22. C ak in de beheersstrategieën is er keuze: de s litautomaat komt in actie als een vooraf ;.v stgesteld waterpeil werkelijk wordt over- s hreden. Sluit men volgens de binnenpeilstra- t< gie, dan kan gekozen worden tussen een b inenpeil van 1 dan wel 2 m. Verder is er nog d wisselstrategie, met varianten zoals h sronder in de tabel opgesomd. E zijn geen vaste binnenpeilen lager dan f A.P. in beschouwing genomen, omdat die n et realistisch zijn, vanwege de tijdens storm v ak verhoogde laagwaterstand. Bovendien jk n een binnenpeil van N.A.P. tijdens een ee- of drietopsstormvloed niet worden c handhaafd als gevolg van onder meer de k door de kering. Hogere vaste binnenpeilen n buiten beschouwing gelaten omdat ze niet >ldoen vanuit veiligheidsoogpunt, aast de vermelde wisselstrategieën zijn nog ale varianten denkbaar, maar die zijn op grond van de negatieve resultaten van een vooronderzoek verder niet in de analyse betrokken. Bij elk van de belastingen die optreden bij de onderzochte beheersstrategieën en alarmpeil/ sluitpeil-combinaties is de kans bepaald op bezwijken van de waterkeringen langs de Oosterschelde, gelet op de mogelijke bezwijk- mechanismen. Een waterstand op de Oosterschelde hoger dan N.A.P. 3,50 m leidt tot overstroming van de dijken. Een aantal dijkvakken is gevoelig wegens onvoldoende stabiliteit van het binnentalud. Onvoldoende stabiliteit van het buitentalud is niet maatgevend voor de veiligheid, omdat kritieke situaties op eenvou dige wijze met behulp van de stormvloedkering kunnen worden voorkomen. Interne erosie door zandmeevoerende wellen kan optreden bij waterstanden hoger dan N.A.P. 2 m als gevolg van grondwaterstroming door of onder de dijk. Een aantal vakken voldoet niet aan de aan een glooiing te stellen eisen, en dient te worden versterkt. Bij waterstanden hoger dan N.A.P. 2 m zal bij een aantal dijkvakken beschadiging aan de grasmat optreden door geconcentreerde golfaanval. De kans dat een dijk bij een bepaalde belasting bezwijkt, vermenigvuldigd met de kans op het optreden van die belasting, dient kleiner te zijn dan 2,5 x 10 5 per jaar. Is de kans groter, dan wordt de betreffende strategie als onveilig beschouwd. Uit de veiligheidsanalyse is gebleken dat niet kan worden volstaan met een automatisch sluitsysteem; de inundatiekans is daarbij te hoog. Voor het gebruik van de stormvloedke ring komt derhalve alleen een bediend systeem in aanmerking, aangevuld met een sluitautomaat als reservesysteem. Van de onderzochte beheersstrategieën bij een bediend systeem bleken de strategie 'sluiten op binnenpeil' op N.A.P. 2 m, en ook 'wisselstrategie 1-2-3' eveneens een te hoge inundatiekans op te leveren. De andere beheersstrategieën kunnen bij alle alarmpeil/sluitpeil-combinaties veilig worden uitgevoerd. arianten sluiting vóór sluiting vóór sluiting vóór 1 e top op m boven 2e top op m boven 3e top op m boven N.A.P. N.A.P. N.A.P. variant a 0 1 2 variant b 1 2 3 variant c 1 2 1 variant d 2 1 2 553

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 7