1
4.50
4.00
z
3.50
C/1
3.00
LU
2.00
-
-
O
VERLOOP ZONDER UITVOERING VAN DE WERKEN
ENIGE DAGEN MET VOLLEDIG GESLOTEN OOSTERSCHELDEKERING
J
A
S
0
N
D
J
F
M
A
M
J
J
A
S
0
N
D
J
F
M
A
M
1985
1986
1987
PLAATSING DORPELBALKEN
AFBOUWWERKZAAMHEDEN OOSTERSCHELDEKERING
^ZANDSLUITING THOLENSE GAT
ZANDSLUITING KRAMMER-*
en meer dan minimale overlast voor de
visserij. Ook werden maatregelen ontworpen
om de zoetwaterbelasting op het bekken vóór
de sluitingen zover te reduceren dat de
risico's van verzoeting en stratificatie werden
geminimaliseerd.
Met name de meest ingrijpende sluiting, die
van het Krammer in april 1987, vergde een
zorgvuldige afweging ten aanzien van het
tijdstip, omdat ook tussen milieu- en visserij
aspecten onderling strijdige belangen beston
den. Een sluiting te vroeg in het voorjaar zou
aanzienlijke bedrijfshinder voor de visserij
opleveren, terwijl bij sluiting laat in het
voorjaar de kans aanzienljk groter werd dat hij
zou samenvallen met de voortplantingsperiode
van ook commercieel belangrijke schelpdieren.
Tijdens de voortplantingsperiode, die begint
bij een bepaalde watertemperatuur, zijn die
organismen heel gevoelig voor verstoringen in
de omstandigheden.
Een soortgelijke tegenstrijdigheid speelde ook
een rol bij de wijze van beïnvloeding van het
getij tijdens de sluitingen. Er was enige
vrijheid om gedurende de getijreducties een
relatief lage of relatief hoge gemiddelde
waterstand op het bekken in te stellen. Een
hoge middenstand verkleint de kans op
verdroging in de hogere zones, maar maakt
tegelijk de lagere, meer voedselrijke fourageer-
gebieden voor vogels minder bereikbaar. Bij
een lage middenstand is het omgekeerde het
geval.
Milieukundige begeleiding
Ondanks het uitgebreide vooronderzoek en de
zorgvuldige afweging konden blijvend
schadelijke effecten tevoren niet met volledige
610
Fig. 2. Verloop van het over
de maand gemiddelde
getijverschil te Yerseke,
1985-1987
Fig. 3. Floogwatertellingen
van vogels in de
Oosterschelde, 1985-1987
zekerheid worden uitgesloten. Combinaties
van extreem ongunstige weersomstandig
heden en aanzienlijke tegenvallers bij de
uitvoering van de werkzaamheden zouden zich
kunnen voordoen, waardoor onder de actuele
omstandigheden nieuwe afwegingen zouden
moeten plaatsvinden. Om bij de dan te nemen
beslissingen over voldoende informatie te
beschikken werden de ontwikkelingen in het
bekken ten aanzien van milieu en visserij ook
in de uitvoeringsfase nauwkeurig gevolgd.
Gedurende de gehele overgangsfase van
oorspronkelijke naar nieuwe getijsituatie
werden waarnemingen uitgevoerd van een
groot aantal parameters. Deze waarnemingen
hadden in eerste instantie een signaalfunctie.
Wanneer, na vergelijking van actuele waarne
mingen met gegevens uit de oorspronkelijke
situatie, afwijkingen werden geconstateerd