baar is om operationeel te kunnen worden
ingezet. Dat komt door de veel strengere
eisen die dan worden gesteld aan de continuï
teit en de beschikbaarheid ervan.
Het Hydro-Meteo-Centrum te Zierikzee is
oorspronkelijk opgezet voor de begeleiding
van de Deltawerken. Naarmate de tijd voort
schreed kwamen daar taken bij gericht op de
regio, met name op de scheepvaart op de
Westerschelde en de Noordzee, en in de
Euro/Maasgeul en de IJmond. De behoefte
aan hydrometeo-informatie neemt toe met de
diepgang van schepen en de gevaarlijkheid
van transporten, en bij bijzondere operaties
ten dienste van integraal waterbeheer en
dergelijke, zowel uit een oogpunt van veiligheid
als van economie. Het Hydro-Meteo-Centrum
Zierikzee is daardoor geleidelijk uitgegroeid
tot het specialistische centrum op dit gebied
voor de Noordzee en de Nederlandse kustwa
teren.
Na de beëindiging van de Deltawerken zou het
Centrum moeten worden opgeheven. Alle niet
op de begeleiding van de werken gerichte
taken dreigden daardoor tussen wal en schip
te geraken.
Dit feit en de noodzaak van operationele
hydrometeo-informatie heeft er toe geleid dat
Rijkswaterstaat, D.G.S.M. en K.N.M.I. geza
menlijk zijn gaan werken aan een herstructu
rering van de hydrometeo-informatievoorzie-
ning. Het streven is gericht op een efficiënte
en effectieve organisatie, die blijvend in kan
spelen op de informatiebehoefte vanuit de
maatschappij in zowel kwantitatieve als
kwalitatieve zin.
Na een uitvoerig vooronderzoek naar de
behoefte aan informatie, na analyse van het
produktieproces van hydrometeo-voorspellin-
gen, en onderzoek naar verschillende organi
satie-alternatieven en vestigingsplaatsen, is
gekozen voor de volgende opzet. Bij het
K.N.M.I. in De Bilt worden de landelijke
hydrometeo-taken verricht. Dit landelijke
centrum stelt globale verwachtingen op, die
worden toegeleverd aan twee regionale
hydrometeo-ceritra in Hoek van Holland en
'Middelburg. De regionale centra bewaken de
globale verwachtingen en zetten ze om in
regionale gebruikersadviezen. Tevens onder
houden zij het contact met de gebruikers.
In vergelijking met de huidige organisatie
betekent de nieuwe opzet voor de gebruikers
een grotere herkenbaarheid en éénduidige
berichtgeving, en voor de centra zelf een
éénduidige verantwoordelijkheid, en grotere
betrokkenheid. De continuïteit in de hydro-
meteo-informatievoorziening wordt hiermee
gegarandeerd.
618
De totale hoeveelheid betrokken personeel zal
niet worden uitgebreid; wel zullen er realloca-
ties moeten plaatsvinden.
De regionale centra zijn voor het verkrijgen
van de benodigde waterloopkundige gegevens
aangesloten op een meetnet, het centrum in
Hoek van Holland op het meetnet Noordzee
en het centrum in Middelburg op het meetnet
Zeeuwse Getijdewateren. Dit laatste meetnet
is de gemodificeerde voortzetting van het
HiSTOS-meetnet dat werd opgezet voor de
Deltawerken.
Overigens is het meetnet niet alleen daarvoor
opgezet, maar ook voor het inwinnen van
informatie voor het uitvoeren van beheers
taken, en voor onderzoek. De behoefte aan
meetgegevens beperkt zich niet tot de regio.
Zo heeft het regionale hydrometeo-centrum
Zeeland behoefte aan meetgegevens op de
Noordzee voor deiningsvoorspellingen, en aan
waterhoogten langs de Belgische kust ten
behoeve van de waterstandsvoorspellingen.
Om in deze behoefte te kunnen voorzien zijn
geen eigen meetpunten opgezet, maar is
gezocht naar samenwerkingsvormen met
andere meetnetten. Uiteindelijk heeft dit ertoe
geleid dat er afspraken zijn gemaakt over de
koppeling van een aantal meetnetten, en wel:
het landelijk monitoringsysteem waterhoogten
dat wordt beheerd door de Dienst Getijdewa
teren, het meetnet Noordzee, met een aantal
meetstations op platforms op de Noordzee,
beheerd door de directie Noordzee, en het
meetnet Zeeuwse Getijdewateren, met een
veertigtal meetlocaties in Zuidwest-Nederland,
dat wordt beheerd door de directie Zeeland.
Er zijn ook contacten gelegd met de Dienst
der Kust te Oostende, en in principe is
afgesproken ook het door die dienst beheerde
meetnet Vlaamse Banken bij de koppeling te
betrekken.
In fig. 2 is schematisch weergegeven hoe de
koppeling er uit gaat zien. Via een intermediair
worden de meetnetten op een ringleidingsys
teem aangesloten, waarbij gebruik wordt
gemaakt van het bestaande en gekoppelde
Belgisch/Nederlandse datanet. Gebruikers die
op het intermediair worden aangesloten,
kunnen alle gegevens die in de verschillende
meetnetten beschikbaar zijn opvragen. Het ligt
in de bedoeling om in de toekomst ook
gegevens over hydrometeo-voorspellingen in
het geheel op te nemen.
Met de in het voorgaande beschreven
samenwerking wordt beoogd de voorspellingen
en de metingen landelijk te stroomlijnen, met
als uiteindelijk doel een efficiënte inzet van de
beschikbare middelen en een klantgerichte
benadering.