Tabel 2. Overzicht van het scenario voor de stormvloedkeringsopeningen Doorstroomopening Getij I 100% ongedempt dubbeldaags getij II 75% matig gedempt dubbeldaags getij III 7 5%-10%-10%-45% gedempt enkeldaags getij IV 50%-10%-10%-45% gedempt enkeldaags getij V 50%-10%-10%-10% enkeldaags getij met gereduceerd laagwater VI 40%-10%-10%-10% enkeldaags getij met gereduceerd laag- en hoogwater VII 30%-10%-10%-10% idem, verder gereduceerd hoogwater VIII 10% geheel gesloten kering gesteld, dat de voorspelde gemiddelde nelheid in het sluitgat niet groter zou mogen :ijn dan 2 m/s. n verband met de voortgang was tevens als chakelcriterium gesteld, dat het zandverlies naximaal 20% van de produktie zou mogen edragen. Dit criterium werd niet lager elegd, omdat de kering anders steeds in een roeg stadium verder gesloten zou moeten vorden. Het criterium werd ook niet hoger ekozen, omdat de kans dat het zandverlies e produktie zou benaderen of overschrijden an te groot zou zijn, zodat de totale uitvoering 3 lang zou gaan duren, e mogelijkheid om de hydraulische omstan- gheden door middel van de stormvloedkering 13 beïnvloeden had aanzienlijke consequenties oor het bestek. Gezocht is naar een mogelijk- eid om de belangen van opdrachtgever en annemer gelijk te richten, et belang van het Rijk was om de sluiting zo iel mogelijk te laten verlopen, vanwege de arantwoordelijkheid die het draagt voor het i lilieu in de Oosterschelde. Door te kiezen oor de betaling van een vaste som, gebaseerd o een theoretische hoeveelheid zand, zou ook de aannemer belang hebben bij een zo snel mogelijke sluiting. Om de prijs te kunnen vaststellen moest de aannemer weten welke stroomsnelheden hij kon verwachten. Daarom is in het bestek vastgelegd hoe met de stormvloedkering gehandeld zou worden De schakelpunten zijn in het bestek afhankelijk gemaakt van de sluitgatopening. Per sluitgat opening is aangegeven hoe groot het maximale verval over het sluitgat zou zijn. Voorts werden in het bestek eisen gesteld aan de zuigcapaciteit; voor het Krammer 1 250000 m3 per week in de drempelfase en 15 000 m3/uur bij de horizontale uitbouw. Voor het Tholense Gat is alleen in de laatste bouwfase een capaciteit geëist, en wel van 10 000 m3/uur. Door deze hoge capaciteiten duren de bouwfasen relatief kort. Nog hogere zuigcapa- citeiten werden praktisch onuitvoerbaar geacht; ook zouden ze de kosten onevenredig doen toenemen. Tholense Gat Op maandag 6 oktober 1986, 2 dagen na de Fig. 4. Zandwinlocaties voor de sluiting van het Tholense Gat 623

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 23