6 PHILIPSDAM GRE VELING ENDAM I ig. 5. Zuigeropstelling bij de rempelopbouw (links) en de orizontale uitbouw van de rammersluiting g. 6. Opbouw van drempel n dam in het Krammer itvoering i de loop van januari werd begonnen met het uilen van de ontgrondingskuilen aan weers- jden van de bestaande bodembescherming n de opbouw van een drempel tot N.A.P. - 1 5 n. Het zand was afkomstig uit het hoge en age bekken in het kanaal Slaak, die deel itmaken van het zout/zoet-scheidingssysteem an de Krammersluizen, en werd met twee pontons, de 'Fetsy-L' en het 'Zeepaard', in het sluitgat gebracht. Volgens planning zou deze fase duren tot eind februari. Ten gevolge van strenge vorst in januari en februari werd dit tijdschema niet gehaald; de achterstand bedroeg na de vorst drie weken. Vervolgens trad er stagnatie op doordat zich grote velden drijfijs verzamelden tegen de drijvende leidingen in het sluitgat, die daar extreme krachten op uitoefenden. Besloten werd de sluitingsdatum te verschuiven naar de volgende doodtijperiode: 1 8 april, net voor Pasen. Op 25 maart begonnen de zuigers 'Aquarius' en 'Sliedrecht-27' te werken. Via de sproeipon- tons 'Fetsy-L' en 'Zeepaard' werd de drempel opgehoogd van N.A.P. - 15 m tot N.A.P. -7 a 8 m. De pontons moesten gedeeltelijk eikaars gebied kunnen bereiken, om elkaar bij tegenvallers te kunnen helpen. Dit bleek niet overbodig: het zand in het oostelijk wingebied was vaster gepakt en meer verontreinigd dan verwacht, waardoor de produktie van de combinatie 'Aquarius'-'Fetsy-L' enigszins tegenviel. Werken met twee pontons dicht bij elkaar bij stroomsnelheden die opliepen tot 2 m/s bleek niet zonder problemen te verlopen. De verankering van de pontons en de drijvende leidingen vereiste bijzondere aandacht. Om de drempel gelijkmatig te kunnen ophogen werd het gebied verdeeld in een vierkantennet van 25 x 25 m. Afhankelijk van de bodemligging en het gewenste niveau van ophogen werd voor ieder vierkant bepaald hoeveel m3 er gespoten moest worden. De drempel werd op het gewenste niveau gebracht in direct contact tussen zuiger en ponton. Op vrijdag 10 april kon hij binnen de toleranties worden opgeleverd. De sluitgatopening was toen verkleind van 10 500 tot 5500 m2. Om onder de gunstiger getij-omstandigheden van gemiddeld tij tot doodtij de finale fase te kunnen uitvoeren, werd met de horizontale uitbouw pas op 12 april begonnen. Wel hadden de voor die fase nieuw aangevoerde zuigers al proefgedraaid op het noordstort, waar zodoende een damaanzet ontstond. De duur van de horizontale bouwfase mocht 627

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 27