niet langer zijn dan vijf dagen; dan moest de kering weer geheel worden geopend. Om deze reden was een grote produktie nodig. In het ontwerp was die bepaald op gemiddeld 12 000 m3/uur; bij de optimalisering is dit nog verhoogd tot 1 6 000 m3/uur, om in voldoende korte tijd een volledige tweezijdige zandsluiting te kunnen uitvoeren: de fase met gesloten stormvloedkering moest korter zijn dan twee dagen. Voor de horizontale fase werden in het westelijk zandwingebied de profielzuigers 'Sliedrecht-27' en 'Mosa' ingezet, terwijl in het oostelijk wingebied de profielzuiger 'Zuiderklip' werd bijgezet. Deze drie zuigers produceerden direct op het noordstort. De cutterzuiger 'Aquarius' bleef vanuit het oostelijk zandwingebied produceren via de ponton 'Fetsy-L'. Om te voorkomen dat met de 'Aquarius' te vroeg overgegaan zou moeten worden op het zuidstort, hetgeen vanwege hogere stroom- snelheden in de laatste fase niet gewenst was, diende de ponton steeds zo noordelijk mogelijk te werken. Op 1 5 april is de cutter zuiger 'Waddenzee' vanuit het lage buffer bekken van het Krammersluizencomplex produktie gaan draaien op het zuidstort. In de loop van dezelfde ochtend werd de 'Aquarius' omgesteld van het ponton op het zuidstort. Vanaf dat moment werd de sluiting tweezijdig voortgezet. Het sluitgatoppervlak was inmid dels vernauwd tot 2100 m2. Tijdens de drempelopbouw was reeds erosie opgetreden van de plaat aan de zijde van het werkeiland. In de fase van horizontale uitbouw is deze uitschuring nog toegenomen, tot een diepte van bijna 9 m. In de loop van vrijdag 1 7 april was het streven erop gericht vóór de eb in de vroege ochtend van 18 april gesloten te zijn; het voorspelde maximale verval zou dan namelijk meer dan 40 cm bedragen. Uiteindelijk is de blokkering gerealiseerd op vrijdag 1 7 april om 22.30 uur. De stormvloedkering kon op de hoogwaterken tering van zaterdagmorgen 18 april, om 8.40 uur, weer geopend worden. De kering was zo'n 30 uur achtereen gesloten geweest. In het paasweekend werd de zanddam vervolgens verhoogd tot N.A.P. 5 m, met een breedte van tenminste 30 m. Tijdens de gehele uitvoering, maar zeer intensief tijdens de fase van horizontale uitbouw, is het werk nauwlettend gevolgd. De voortgang en de hydraulische omstandigheden werden voortdurend opnieuw voorspeld en afgeregeld op de in het bestek gegarandeerde vervallen. De stand van zaken werd eerst enkele keren per week, later twee keer per dag, besproken in een begeleidingsgroep, waarin de ontwer pers, de uitvoerders, het milieu, de visserij en de voorlichting waren vertegenwoodigd. Informatie werd voornamelijk verkregen van het steuncentrum dat hiervoor speciaal was ingericht, en waarin verschillende groepen samenwerkten. Zij coördineerden peilingen en metingen, bewaakten de morfologische ontwikkelingen en de grondmechanische stabiliteit, adviseerden omtrent instellingen van de stormvloedkering en distribueerden gegevens. Ten behoeve van milieu en visserij was een aparte groep deskundigen actief om de reactie van de natuur op het ingrijpen door middel van de stormvloedkering scherp in de gaten te houden. Dagelijks werd de informatie uit het veld bijeengebracht en zonodig in de begeleidingsgroep gepresenteerd, zodat ongewenste ontwikkelingen vroegtijdig onderkend en voor zover mogelijk tegengegaan konden worden. Tijdens de sluitingen is een aanzienlijke inspanning verricht op het gebied van peilinger en metingen. Een deel van deze inspanning was nodig voor de operationele begeleiding van de sluitingen. De gegevens bieden tevens de mogelijkheid de kennis op het gebied van zandsluitingen te vergroten. Een gedegen evaluatie staat voor de komende tijd op het programma. De organisatie van gecompliceerde sluitingen in samenwerking tussen tien verschillende aannemersbedrijven, waarbij in extreem korte tijd een maximale prestatie moest worden geleverd, was niet eenvoudig. Het stemt dan ook tot tevredenheid dat de sluitingen zo goed gelukt zijn; de geulen zijn binnen de geplande tijd afgesloten. Voor zover thans valt te overzien hebben milieu en visserij geen blijvende schade opgelopen. Met het gereedkomen van de sluitingen zijn de doelstellingen van de compartimentering bereikt. Het achter de dammen ontstane randmeer vangt het water op dat vroeger van de Brabantse rivieren en via de Volkeraksluizen op de Oosterschelde terechtkwam. Het meer biedt mogelijkheden tot watervoorziening van de landbouw. België heeft een getijvrije scheepvaartweg tussen Antwerpen en de Rijn. Het getijgebied van de Oosterschelde is verkleind, waardoor het waardevolle milieu een groter getijverschil behoudt dan zonder de compartimentering het geval zou zijn geweest. De compartimentering is gereed; voor de Oosterschelde en het Volkerak/Zoommeer begint een nieuwe tijd. 628

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1987 | | pagina 28