Inleiding
Communiceren, ingewikkelde technische onderwerpen voor leken kort en duidelijk uiteenzetten,
is in de loop van de Deltawerken een vak geworden. Het Driemaandelijks Bericht werd opgezet
als informatie voor parlementariërs. Uiteindelijk bleek het vooral van nut voor de tallozen die in
de meest uiteenlopende functies hun steentje aan het werk bijdroegen en aan de grote groep
geïnteresseerden die het werk op afstand bleven volgen.
De aard van het waterbouwkundig werk is in de jaren sterk veranderd. Naast waterbouwers en
hydraulici hebben een groeiend aantal disciplines hun bijdrage aan ontwerp en uitvoering
gegeven. Niet alleen voor de Tweede Kamer en de duizenden geïnteresseerde buitenstaanders,
maar ook voor diegenen die leiding geven aan de dienst, gaf het Driemaandelijks Bericht een
kijkje over de rand van het eigen werkgebied. Dit zicht op de omgeving van het eigen werk is in
de loop der jaren steeds noodzakelijker geworden voor het op juiste wijze inbrengen van de
eigen kennis.
De opbouw van dit kennisbestand is tijdens de dertig jaar Deltawerken bijna ongemerkt
gegaan. De toegankelijkheid van al dit studiemateriaal van het Waterloopkundig Laboratorium,
het Laboratorium voor Grondmechanica, de Technisch-Physische Dienst en vele andere
TNO-instituten, is groot gebleven dank zij het Driemaandelijks Bericht. De artikelen geven
weliswaar voor experts te weinig informatie, maar door de volledigheid van de verslaglegging
kan in ieder geval uitsluitsel worden gekregen over de vraag of het vandaag aan de orde
gestelde probleem in het verleden reeds is onderzocht.
Het heeft altijd veel werk gekost de bijdragen voor het Driemaandelijks Bericht uit de
organisatie te trekken. De directiesecretarissen van de Deltadienst: achtereenvolgens De
Priester, Van Eysden, Van der Luit, De Vries en Kneepkens hebben ieder op hun manier de kar
getrokken. Onnoemelijk velen hebben bijdragen geleverd. Hun werd gevraagd een voor leken
leesbaar artikel te produceren. Dat is voor experts niet zo gemakkelijk, en het leidde in het
verleden soms tot ernstige tegenstellingen, vooral wanneer de Neerlandicus die de
leesbaarheid bewaakte, een moeilijk probleem nog iets eenvoudiger uitgelegd wilde zien. Een
frustratie, maar soms ook een opluchting was het voor de schrijvers dat hun naam niet werd
genoemd. In feite waren hier twee redenen voor. De eerste was dat een schrijver doorgaans
het werk van vele collega's en medewerkers samenvatte. De tweede en meer principiële reden,
dat het hier een rapportage van de minister aan de Tweede Kamer betrof en dat de
dienstleiding van de Deltadienst en de Directeur-Generaal stukken moesten kunnen weigeren of
doen aanpassen.
Tenslotte de kwaliteit. Zonder de blijvende aandacht van de Neerlandicus Dr. W. F. G.
Breekveldt, later gesteund door zijn vrouw, was het nooit gelukt een systematisch en goed
leesbaar verslag van de Deltawerken in deze Driemaandelijkse Berichten vast te leggen. Zonder
de eveneens blijvende aandacht van Van Koppen en zijn studio (vooral Van Mastrigt) zou het
beeldmateriaal niet fris en begrijpelijk zijn geworden. Het is ons zelfs gelukt in de laatste jaren
ook in de foto's te laten zien dat de Deltawerken, hoe groots ook, niet door machines maar
door mensen worden gemaakt. Die mensen ben ik dankbaar voor wat ze van zichzelf in het
werk en in het Driemaandelijks Bericht hebben achtergelaten.
H. Engel
676