kruinhoogten, waarin de golfoploop al was verdisconteerd, werden tenslotte toch nog verhoogd met een toeslag om de veiligheid voor de gehele periode tot het eerstvolgende herstel te waarborgen. De relatieve zeespie gelstijging en de samendrukking van de ondergrond en de dijk zelf werden door die overhoogte opgevangen. In feite werden hiermee zowel de dijk als de norm tijdloos gemaakt. Alles bij elkaar genomen gaf de Deltacom missie bij de start van het Deltaplan de dijkenbouwers een aantal fundamenteel nieuwe principes mee, die uiteraard niet alleen bij de dijkversterkingen, maar ook bij de afsluiting van de zeegaten zouden worden gebruikt. Ook buiten de zeeweringen zouden ze trouwens toepassing vinden. De rivierdijken Nadat de grote lijnen voor het Deltaplan waren bepaald, werd ook gekeken naar de staat van de waterkeringen langs de rivieren. Ook hier bleek niet meer aan de eisen van de twintigste eeuw te worden voldaan. Er werd daarom besloten de landelijke inhaalactie tot versterking van de dijken uit te breiden tot het rivierengebied. Aanvankelijk was de norm dat de water standen die optraden bij een afvoer van 18 000 m3/s van de Rijn bij Lobith moesten kunnen worden gekeerd. De overschrij dingskans daarvan bedroeg 1/3000. Maar toen in de zeventiger jaren de resultaten van de eerste dijkversterkingsprojecten zichtbaar werden, klonken er protesten op in verband met de schade aan het natuurlijke milieu, het landschap en de dorpsgezichten. Dit leidde er toe dat de regering een Commissie Rivier dijken instelde, met als taak haar te adviseren over een maatschappelijk meer aanvaardbare norm. De commissie deed haar werk min of meer parallel aan de toen lopende discussie over de afsluiting van de Oosterschelde, en adviseerde in 1976 een Rijnafvoer van 16 500 m3/s als uitgangspunt te nemen (14), waarbij een overschrijdingskans hoorde van 1/1250. In 1986 werd deze norm ook voor de dijken langs de Maas van toepassing verklaard. In het benedenrivierengebied restte nog een gebied waarvoor noch de Deltacommissie noch de Commissie Rivierdijken eenduidige normen had voorgesteld. Juist dit gebied werd van twee kanten bedreigd: door de zee en door de rivier. Dit gaf aanleiding een kleinere kans van peiloverschrijding te kiezen dan op de rivier, zodat een zekere mate van overdijking ontstond tegenover het boven- 684 strooms gelegen rivierengebied. Dat stroomt dan eerder in, waardoor de rivierafvoer wordt afgetapt en de dreiging voor het benedenri vierengebied drastisch wordt verkleind. Het benedenrivierengebied hoeft zich dan vrijwel alleen zorgen te maken om de zee. In deze richting was de norm van de Deltacommissie voor Zuidwest-Nederland - een overschrij dingskans van 1 /4000 - toereikend. Alleen voor IJsselmonde, waarop Rotterdam-Zuid ligt, werd 1 /10 000 gekozen. Als het komt tot de bouw van een stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg, verandert het water systeem in dit gebied grondig, althans in geval van stormvloed. Er zullen dan opnieuw normen moeten worden vastgesteld. De IJsselmeerdijken In de tachtiger jaren werd duidelijk dat het IJsselmeer een sterkere bedreiging vormde van het omringende oude land dan vroeger was onderkend. Om tot een beveiliging van het omringende land te komen die te verge lijken zou zijn met die in andere landsdelen, zijn dijkversterkingen nodig, met name in de IJsseldelta en bij de IJsselmeerpolders. Een dezer dagen zullen naar alle waarschijnlijkheid op advies van de Technisch Adviescommissie Waterkeringen voor Noord-Holland, Friesland en de IJsselmeerpolders ook normen worden vastgesteld waarbij een overschrijdingskans hoort van 1/4000. De keuze van deze kans berust op een vergelijking met de normstel lingen in de overige landsdelen, zodat een consistent normstelsel wordt verkregen (15). Voor het gebied van de IJsseldelta loopt momenteel nog een beleidsanalytische studie ter voorbereiding van de keuze tussen de bouw van een keersluis bij Ramspol dan wel verhoging van de achterliggende dijken. De uitkomst van deze studie bepaalt mede de norm. Het eigen karakter van het IJsselmeer maakte het nodig een eigen vorm te kiezen voor de normstelling. Hier geldt namelijk in plaats van de kans dat het ontwerppeil wordt overschreden, de kans dat een combinatie van waterstand en golfaanval optreedt waarbij meer dan 2% van de golven over de dijk slaat. Praktisch gesproken komt deze norm in grote mate overeen met het advies van de Delta commissie. Als rond het IJsselmeer overal ook normen zijn vastgesteld, is voor het hele land een samenhangend normenstelsel van kracht geworden. Het advies van de Deltacommissie in dezen is dan integraal opgevolgd. De versterkingen in het binnenland kunnen naar

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 18