verwachting nog deze eeuw gereed komen.
Stormachtige ontwikkelingen
Het advies van de Deltacommissie bevatte
richtlijnen voor de constructie van de water
keringen die gedeeltelijk stoelden op de oude
ambachtelijke ervaringen en voor een deel
ook op technisch-wetenschappelijke onder
bouwing; dat laatste trouwens in niet zo
sterke mate als bij de normstelling voor de
ontwerppeilen.
Bij de uitvoering deden zich echter situaties
voor die tot dan toe onbekend waren. Daar
was allereerst de grote schaal van de dijkver
sterking en de overgang op andere construc
tietypen; men ging ook andere materialen
gebruiken, bijvoorbeeld kunststof omdat
rijshout onvoldoende snel kon aangroeien om
aan de vraag te voldoen. Met name de afslui
tingen van de zeearmen verliepen onder
moeilijker omstandigheden dan was voorzien;
dat gold zeker bij de bouw van de storm
vloedkering in de Oosterschelde.
De Zuiderzeewerken en later de droogmaking
van Walcheren hadden al een ontwikkeling
van de techniek in gang gezet, waarvan
dankbaar gebruik werd gemaakt. Niettemin
vroegen de Deltawerken om toch weer een
heel andere aanpak. Bij het bedenken van
constructies moest meer vanuit een
technisch-wetenschappelijke probleem
analyse worden gewerkt. Ook werd de
ontwikkeling nodig van methoden,
constructies en materialen parallel aan het
ontwerp; dat vereiste veel onderzoek op
praktijkschaal, in laboratoria en later in
wiskundige modellen, en ook de integratie
van de ontwikkeling van constructietypes en
uitvoeringstechnieken; kortom een totale
integratie van het denken van ontwerper,
wetenschapper en aannemer.
Het resultaat was een stormachtige ontwik
keling van het ambacht tot vormen die waar
dat nodig was op een procesindustrie gingen
lijken. De zinkbaas vond zich tenslotte terug
als operator op de brug van de 'Cardium'. Er
werd op open water met driedimensionale
plaatsbepaling gewerkt, op centimeters
nauwkeurig. Tijdens het bouwproces werden
op statistische basis kwaliteitscontroles uitge
voerd.
Op het gewone dijkversterkingsproject ging
het allemaal minder futuristisch toe, maar
toch: wat bruikbaar leek in de methode van
de voorhoede werd overgenomen. Een tijdje
bladeren in oude en nieuwe jaargangen van
het Driemaandelijks Bericht geeft van deze
ontwikkelingen een snelle illustratie. Deze
vernieuwing straalde uit naar de overige
takken van het natte werk. Ze werd trouwens
een strategische voorwaarde om - met
Hollands hoge lonen - nog te kunnen concur
reren op de internationale markt.
Werken met caissons - overigens al genoemd
door Andries Vierlingh (16) -, met kabelbanen
of de 'Ostrea', oogt spectaculairder dan wat
achter de tekentafels gebeurt. Maar toch,
daar werd het allemaal bedacht. De kennis
van materiaaleigenschappen, van krachten,
van erosie- en bezwijkmechanismen groeide
hier snel. Het beschikbaar komen en de snelle
groei van computersystemen speelde hier een
cardinale rol. De weg naar een fundamenteel
andere aanpak werd geopend: de probabilis
tische toetsing van ontwerpen. Een
constructie wordt dan geanalyseerd vanuit de
verschillende mechanismen die tot bezwijken
kunnen leiden. Die worden vervolgens ontleed
in logisch samenhangende onderdelen. De
toenemende kennis van het gedrag van
materialen en constructie-onderdelen maakt
het mogelijk bij steeds meer onderdelen van
een bezwijkmechanisme de kans aan te geven
dat ze zullen optreden. Al die kansen worden
volgens de logische samenhang van het totaal
samengevoegd tot de totaalkans op bezwijken
van de constructie.
De statistisch-mathematische benadering die
de Deltacommissie adviseerde voor de belas
tingzijde van de constructie, werd zo ook aan
de sterktezijde van de constructie ingevoerd.
Wat in de staal-, beton- en vliegtuigbouw al
was bereikt werd in de waterbouw in snel
tempo ingehaald. Vele waterkerende
constructies op een rij vormen het gesloten
stelsel dat we een dijkring noemen. Samen
stelling van de bezwijkkansen van die
constructies tot een overstromingskans van
de dijkring wordt in de nabije toekomst
mogelijk.
Net als in Leeghwaters situatie was er een
maatschappelijke noodzaak problemen op te
lossen, er was geld en er was kennis en
kunde. Dat alles leidde grote technische
vorderingen in; onder andere kwam het tot
een fundamenteel andere aanpak van het
beoordelen van constructies, die ook dichter
staat bij het doel van het werk: de overstro
mingskans aanvaardbaar klein houden.
Waarschijnlijk is het de enige methode om
bestaande constructies in het beheersstadium
te beoordelen.
De meest spectaculaire werken, de afslui
tingen, trokken deze ontwikkeling. Men mag
echter niet onderschatten wat op een
bescheidener toneel onder leiding van de
Technisch Adviescommissie Waterkeringen
685