ordening. Het waterschap behartigt er zijn taak als waterkeringbeheerder en het Rijk zijn taak als erosiebestrijder. Gezamenlijk worden beleidsanalyses opgesteld die de basis vormen voor ministeriële beslissingen tot het al dan niet uitvoeren van werken. De intentie daarbij is tweeërlei: als de veiligheid van het polderland achter de duinen in gevaar is wordt erosie tegengegaan, maar als plaatse lijke belangen in de duinen of op het strand in het geding zijn, is een afweging van die belangen tegen de te maken kosten de basis van een beslissing. Door de provincie de leiding van de organen te geven, wordt de initiërende taak bij de regionale bestuurders en dus dichter bij de plaatselijke belangen gelegd. De eerstkomende jaren zal de kusterosie voornamelijk worden bestreden met strand- suppleties. De bouw van nieuwe strand- hoofden en dergelijke is alleen al uit een oogpunt van effectiviteit niet waarschijnlijk. Behoud van de bestaande hoofden is dat wel. In feite wordt de voeding met zand van de Delta waar de rivieren die niet meer leveren hersteld. Naar verwachting zal bijna 2 miljoen m3 zand per jaar, éénderde dus van de erosie, worden gesuppleerd. Op den duur is dit niet toereikend. Dan zal de zandhuishouding van de kust kloppend moeten worden gemaakt. Dat kan voor 25 a 30 miljoen gulden per jaar. De voortekenen in de vooroever die een versnelling laten zien van de kustachter- uitgang op delen waar vroeger kustaangroei optrad, duiden er op dat dat kloppend maken niet zo lang meer kan wachten. De kust wordt namelijk zichtbaar labieler. Ook het vooruit zicht van versnelde zeespiegelrijzing, die waarschijnlijk gepaard zal gaan met een versterkte erosie, duidt daarop. De kans is groot dat volgende generaties anders met een structureel tekort op de zandhuishouding achterblijven. Vóór 1990 zal er een lange-termijnvisie op tafel worden gelegd waarop het beleid nader kan worden gebaseerd. Of er dan al voldoende zicht is op het effect van de zeespiegelstijging en op de erosie om te beoordelen of suppleren ook op langere termijn voldoende is, of dat hardere maatre gelen nodig zijn, is nog een vraagteken. Het kustgenese-onderzoek zal in elk geval voort varend moeten worden voortgezet. Het wordt tijd de volgende oorlog, die tegen de sluipende erosie, voor te bereiden. Een oorlog die misschien niet met steen en staal moet worden gestreden, maar op kousevoeten, door het zand, gebruik makend van de krachten van de natuur. Slotsom Het Deltaplan was het antwoord op de rampzalige ervaring dat de beveiliging tegen hoogwater in ons land ontoereikend was. Het concentreerde zich op verbetering van de sterkte van de waterkeringen, en daardoor bleef de erosiebestrijding aan de Noord zeekust onderbelicht. Ook de mentale voorbe reiding van de bevolking op de mogelijkheid van een volgende ramp kreeg weinig aandacht. Het Deltaplan bracht een structurele verbe tering aan in het beveiligingssysteem door de afdamming van de zeegaten en een als inhaalactie te beschouwen versterking van de hoofdwaterkeringen, die doorzette naar de rivieren en het IJsselmeer. Beide methoden zijn al eeuwen oud. Door de uitvoering van het Deltaplan werden fundamenteel nieuwe elementen toegevoegd aan het denken over en werken aan de bevei liging tegen het water. Er kwam een samen hangend en tijdloos normenstelsel, met een norm die was gebaseerd op een sociaal- economische optimalisering en die statis- tisch-mathematisch was onderbouwd. Daarnaast werden landelijke richtlijnen ingevoerd voor de constructie van waterke ringen. De uitvoering van het plan bracht een stormachtige ontwikkeling van de waterbouw kunde teweeg van ambacht tot technisch- wetenschappelijk vak. Uiteindelijk resulteerde deze ontwikkeling in de probabilistische aanpak: belasting en sterkte samengebracht in één criterium, de overstromingskans. Operationalisering hiervan is in de nabije toekomst mogelijk. Het Deltaplan paste in een eeuwenoude generatiecyclus: ramp/herstel - beheer/ onderhoud - slijtage van draagvlak/nieuwe ramp. Die cyclus lijkt niet doorbroken. De opdracht voor de toekomst is het behoud van de verkregen veiligheid, en de verdere uitbouw van deze denkwijze. De voornaamste problemen zijn het opvangen van het effect van de generatiecyclus in de komende decennia, en van een snellere kusterosie door versnelde zeespiegelstijging. Blijft over de vraag of al deze inspanningen de moeite waard zijn. Eerst een materialis tisch antwoord: de kosten van het hele plan bedragen zo'n 15 miljard gulden, op jaarbasis - afschrijving, rente en onderhoud - tussen de 400 en 500 miljoen. Dat is ruim 1/1000 van het Bruto Nationaal Inkomen, ongeveer 1/1000 van de waarden van de grond en de gebouwen in het overstroombare gebied. Een 692

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 26