menteerd. Ze werden gestuwd, gekanaliseerd, genormaliseerd, van stroomrichting veranderd, ingedamd, ingedijkt en van de levende oevers ontdaan; paaigebieden voor vissen werden onbereikbaar en door grond stofwinning vernietigd; vele rivieren werden open riolen. Dit gebeurde om belangwekkende doelen met interessante economische perspectieven te bereiken: veiligheid, landaanwinning, betere waterverdeling, elektriciteitsvoorziening, scheepvaart, industrialisatie met de zoveel belovende chemische industrieën, of combi naties van al die deeldoelen. De ecologische gevolgen bleken echter meestal over grote afstanden en gebieden, aan beide zijden van het werk, ingrijpend. Gehele landschappen veranderden van aanzien, gebruiksfuncties en ecologische mogelijkheden. Denk maar eens aan de Assoeandam in Egypte. Meer dan 1000 km van de dam vandaan viel vrijwel de gehele zeevisserij binnen vijf jaar na gereedkoming van de dam weg. De kusterosie nam toe, en er traden grondwaterproblemen op die de fundamenten van de existentie van leefbaar ïgypte raakten. Denk ook eens aan de Missis sippi-delta, die door kanalisatie, dijkenbouw en verdieping voor de scheepvaart binnen 100 jaar voor een groot deel door erosie zal verdwijnen (Turner et al., 1983). Wat door de technologen, plannenmakers en bestuurders maar slecht begrepen werd, was dat elk van deze werken ging functioneren als beheersinstrument voor grote gebieden er omheen. Ze veroorzaakten landmodificaties en -transformaties. Landschappen gingen totaal anders functioneren, met belangrijke ecologische, economische en sociale gevolgen. De waterbouwkundige werken werden echter zelden ontworpen of beheerd om deze veran deringen te sturen, terwijl daarmee juist winst zou zijn te boeken. Hierdoor zijn vele kansen gemist. In Nederland heeft men hier lering uit getrokken. Gedurende de laatste decennia vonden in Nederland spectaculaire ontwikkelingen plaats, die resulteerden in een nieuwe wijze van omgaan met watersystemen en met landsystemen waarvan water een essentieel onderdeel uitmaakt. Vele technische beheers instrumenten werden ontworpen en worden beheerd, juist om de gewenste veranderingen te initiëren en te begeleiden: sluizen, stuwen, kanalen, dammen, dijken; zout/zoet schei dingssystemen, een energie-vriendelijke hevelsluis; ja, zelfs een stormvloedkering. Aan deze moderne eco-techniek werd ecolo gische proceskennis toegevoegd, en er werd gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de moderne informatica biedt. Daarmee kunnen beslismodellen worden gemaakt: waterver deelmodellen of stofstroomverdeelmodellen, of zelfs ecosysteemmodellen van gehele bekkens. Men kan nu spreken van geleide ecologie, geleide modificaties en transfor maties: een nieuwe wijze van ontstaan en beheer van moderne cultuurlandschappen. De belangrijkste les van de waterbouw kundige projecten van de laatste eeuw is, dat het niet juist is het ontwerp en het beheer van deze waterbouwkundige werken slechts te richten op het bereiken van enkele specifieke doelen, zoals veiligheid of waterverdeling. Ook in dit soort gevallen moeten ontwerp en beheer zodanig zijn, dat ze volledig recht doen aan de veranderingsprocessen in het landschap. 705

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 39