De wensen van de samenleving en de mogelijkheden van de watersystemen moeten en kunnen zo met elkaar in verband worden gebracht. Nodig is een modernisering van het huidige waterbeheer, uitmondend in een beheer waarin, ook als het gaat om het reali seren of veilig stellen van mensgerichte functies, de samenwerking met de natuur en het omgaan met watersystemen centraal staat: een watersysteembenadering. Deze benadering beoogt, via een integrale afweging, de wensen van de samenleving ten aanzien van functies en het functioneren van watersystemen op een optimale wijze af te stemmen op de mogelijkheden van de systemen, met behulp van een technisch en juridisch instrumentarium In de praktijk zullen bij zo'n integrale afweging verschillende beleidsterreinen betrokken zijn; traditionele Waterstaatstaken als bescherming tegen overstromingen, kwantiteits- en kwaliteitsbeheer en het beheer van vaarwegen, maar ook bijvoorbeeld recreatie- en visserij-beleidsterreinen, waarvoor de verantwoordelijkheid berust bij verschillende overheidsinstanties - zowel het Rijk, de Provincie als de Waterschappen en Gemeenten. Een onmisbare pijler voor een integrale water systeembenadering vormt dan ook de onder linge afstemming van deze verschillende beleidsterreinen. Bij een dergelijke harmoni satie van beleid en beheer van de betrokken overheden moet in de eerste plaats worden gedacht aan het maken van bestuurlijke afspraken waaraan door de betrokken overheden, elk met eigen taken en bevoegd heden, gestalte wordt gegeven (Saeijs, 1982 p.265 e.v.). Centrale elementen in de integrale watersysteembenadering, zo blijkt uit het voorgaande, worden gevormd door de watersystemen zelf, door hun mogelijkheden en functies, en door de harmonisatie van bestuur en beheer. Daarnaast impliceert de watersysteembenadering echter ook - en meer dan tot nu toe - een regionale differen tiatie van het beleid. Het is van belang deze centrale elementen nader te omschrijven en toe te lichten. Onder een watersysteem wordt verstaan een geografisch afgebakend, samenhangend en functionerend geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodems, oevers en technische infrastructuur, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De grenzen van een watersysteem worden in de eerste plaats bepaald op grond van morfolo gische, ecologische en functionele samenhang. De systemen kunnen op verschil lende hiërarchische niveaus worden beschouwd. Ze hebben bovendien een horizontale en een verticale component, respectievelijk de oppervlaktewateren en het grondwater. Het moet mogelijk zijn op ecologisch verant woorde wijze met behulp van de beschikbare infrastructuur meer gebruik te maken van bepaalde eigenschappen en processen van watersystemen, ze zo te sturen en te ontwik kelen dat bestaande mogelijkheden beter tot hun recht komen en er nieuwe natuur- en gebruiksmogelijkheden ontstaan. De bestaande vervuiling van het water met systeemvreemde stoffen is voor een aantal watersystemen een belangrijke hinderpaal om tot ontplooiing te komen, maar geen reden om niet te proberen met de natuur samen te werken. Het benutten van de mogelijkheden van watersystemen - zoals hun produktiviteit - zal ook economische voordelen bieden. De aanpak van problemen dient, zonder de landelijke samenhangen uit het oog te verliezen, meer dan nu regionaal te gebeuren. Elk te onderscheiden watersysteem kent andere eigenschappen en processen, andere gebruiksfuncties en een andere lozingssi tuatie. Vooropgesteld moet worden, dat een landelijke visie op de waterhuishouding en landelijke normen ter bescherming van het systeem nodig zijn en blijven. Een regionale invulling per deelsysteem doet echter recht aan de behoefte tot afstemming op het speci fieke functioneren en op de mogelijkheden van dat deelsysteem; daarnaast ontstaat zo een hechte band tussen normen, beheers- doelen en gebruiksfuncties. Een nieuwe wijze van omgaan met water kan natuurlijk niet van de ene op de andere dag worden gerealiseerd. Een beleid op lange termijn wordt voorgesteld in de beleidsnota Omgaan met Water (1985). Het hierin beschreven beleidsvoornemen wordt breed door het parlement ondersteund en wordt nu uitgewerkt. Voor het verder invullen en concretiseren van het lange-termijnbeleid ten aanzien van watersystemen worden een aantal hoofdbe leidspunten en daarbij horende speerpunten verder uitgewerkt. In de nota Omgaan met Water worden deze aandachtsgebieden en speerpunten nader toegelicht: 714

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 48