HETTOT STAND BRENGEN VAN EEN GEHARMONISEERD BELEID DOOR MIDDEL VAN
EN WATERSYSTEEMBEHANDELING
het aanwijzen van watersystemen
het stimuleren van bestuurlijke afspraken gericht op watersysteembeheer
HET DOELMATIG BENUTTEN EN ZONODIG INNOVEREN VAN DE INFRASTRUCTUUR
bestudering van de mogelijkheden van compartimentering
studie naar de mogelijkheden van het gebruik van de infrastructuur in de relatie land/zee en
oet/zout (gradiënten)
bestudering van de mogelijkheden van de infrastructuur tot de regulering van stofstromen
balansbeïnvloeding, slibhuishouding)
positief gebruiken van ontgrondingen
HET ECOLOGISCH INPASBAAR MAKEN VAN HET MENSELIJK HANDELEN
het aanwijzen van proefgebieden
het ontwikkelen van simpele stuurvariabelen
het ontwikkelen van een onderwaterbodembeleid
het ontwikkelen van een oeverbeleid
HET VERDER ONTWIKKELEN EN DIFFERENTIËREN VAN HET EMISSIEBELEID
differentiatie per watersysteem voor systeem-eigen stoffen
differentiatie van de normstelling
het in het kader van het algemene milieubeleid elimineren van diffuse bronnen
aandacht voor de relatie met het rioleringsbeleid
BEZINNING OP HET GEWENSTE BELEID TEN AANZIEN VAN HET GRONDWATER
onderzoek naar de oorzaak van een actief grondwaterbeheer
het overwegen van de wenselijkheid van landelijk beleid
het betrekken van de beheerder van het oppervlaktewater bij het grondwaterbeheer
BEZINNING OP HET BESTUURLIJK-JURIDISCH INSTRUMENTARIUM
ontwikkelen van een visie op de gewenste beheersstructuur
studie naar integratie van het wettelijk kader
BEZINNING OP HET HUIDIGE FINANCIERINGSSTELSEL
ontwikkelen van een totaalvisie op de financieringsstructuur van het waterbeheer
et volgende doel is, zoals eerder gezegd, het
ationaal Waterbeleids Plan.
Is basis dienen drie pijlers. Allereerst de
Ier van de ontwikkeling van de afzonderlijke
eleidsvelden. Hiermee wordt gedoeld op het
ntwikkelen van een Waterbodem-, Oever-,
'etland-. Diffuse bronnen-. Normen-, Grond-
ater-, Financierings- en Wetgevingsbeleid,
e tweede pijler noemen we de gebiedsbena-
ering: het maken van integrale beleids-
annen, zoals die voor de Oosterschelde,
/esterschelde, Krammer/Volkerak, Centraal
erengebied, Veluwerandmeren, en het
xperimenteren met proefgebieden, zoals de
oordwest-Overijsselse plassen, de Nieuw-
oopse plassen, de Langeraarse plassen, de
eerpias, de Botshol; maar ook de Grens-
aas, de Overijsselse Vecht en het Ketel
eer.
e laatste pijler is die van de modelstudies,
et gaat dan om beleidsanalytische studies,
als de vervolgstudie Beleidsanalyse Water-
jishouding Nederland. Die zal zich in de
mende jaren vooral concentreren op de
agen: hoe zijn de stofstromen - dus niet
een het water - die met water samen-
ngen te reguleren en hoe kan de
beschikbare infrastructuur daarbij een rol
spelen? Zo'n analyse wordt nu zowel voor het
binnenland als voor de zee uitgevoerd. De
studie zal tot doel hebben het maken van
beslismodellen, en zal zich vooral richten op
systeemeigenschappen en stuurvariabelen.
Overigens wordt ook gewerkt aan biologische
mathematische modellen en bekkenmodellen.
Epiloog
Het landschap en het functioneren van het
water zijn in hoge mate afhankelijk van de
wijze waarop met de watersystemen en de bij
deze systemen betrokken belangen wordt
omgegaan. Het water vormt de basis van het
landschap als systeem. Water is het ordenend
principe in het landschap. Het is de verbin
dende schakel tussen alle onderdelen en
gebruiksmogelijkheden ervan. Essentieel is,
dat water de stimulerende kracht is achter het
ecologisch functioneren van het gebied.
Gebruiksfuncties en natuurfuncties, ofwel de
economie en de ecologie, moeten dan ook bij
een zorgvuldige inrichting en een zorgvuldig
beheer met elkaar in evenwicht zijn.
Kernpunt in dit betoog is, dat alle bij het
715