De Deltawerken
Enkele sociaal-economische
beschouwingen, in het
bijzonder met betrekking tot
Zeeland
iografisch zijn de Deltawerken niet
t ;perkt tot de provincie Zeeland. Belang-
ke onderdelen zijn uitgevoerd in het
alfagebied van Zuid-Holland. Tevens
arden dijken verbeterd in het noorden van
et land; in Friesland werd de Lauwerszee
igedijkt.
e Deltawerken zijn primair gericht
eweest op de veiligheid, maar ze hadden
□k economische gevolgen, vooral in het
eltagebied. Dit artikel richt zich met name
p de economische gevolgen voor de
rovincie Zeeland.
Drs. S. P. van der Zee
Bureau economisch onderzoek en data-
voorziening, Provinciale Griffie Zeeland
et is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt
3 economische ontwikkeling vóór de ramp
sschetst. Vervolgens komen de destijds
;rwachte economische gevolgen van de
tvoering van het Deltaplan aan de orde. Een
volgende paragraaf gaat in op de factoren die
r 3 economische ontwikkeling van Zeeland in
3 periode na de ramp hebben beïnvloed. Na
ikele korte opmerkingen over het grootste
iderdeel van de Deltawerken, de afsluiting
in de Oosterschelde, wordt vervolgens
apoogd de economische gevolgen van de
erken aan te geven. Tenslotte worden
ikele opmerkingen gemaakt over mogelijke
ekomstige ontwikkelingen. Het artikel is
gesloten in oktober 1987.
ver het Deltaplan is zeer veel geschreven. In
3t artikel is gebruik gemaakt van - noodza-
ilijkerwijs - slechts een klein deel van de
eratuur over dit onderwerp; zie daarvoor de
eratuuropgave.
aor het verstrekken van enkele cijfermatige
c agevens dankt de schrijver drs. H. E. C. M.
ïomaes en B. C. A. Zielschot van het bureau
;onomisch onderzoek van de provinciale
iffie Zeeland.
irspreid door de tekst van dit artikel treft u
jrsief een aantal citaten aan die het betoog
s het ware illustreren. Het is een persoon-
ke keuze uit een betrekkelijk willekeurige en
•ker niet uitputtende gang door de literatuur
erover in het verleden.
De economische ontwikkeling vóór de ramp
Toen in Nederland in de vorige eeuw de
industrie zich begon te ontwikkelen bleef
Zeeland bij de nationale tendens achter. Deze
excentrisch gelegen provincie bestond uit een
groot aantal eilanden, die elk voor zich een
kleine afzetmarkt vormden en een klein
reservoir van arbeidskrachten hadden. De
onderlinge verbindingen waren moeizaam;
pas in 1 873 kwam er een spoorlijn naar
Vlissingen. En ook: het ontbrak aan een
overheidsbeleid. Zeker wat de regionale
ontwikkeling betreft gold algemeen: 'laissez
faire'; de rijksoverheid greep niet in om
regionale onevenwichtigheden te corrigeren.
Dit wil niet zeggen dat Zeeland geen
industriële ontwikkeling kende. In 1875 werd
in Vlissingen het thans nog grootste Zeeuwse
bedrijf 'De Schelde' opgericht, en in 1929 in
de Kanaalzone in Zeeuws-Vlaanderen de
Nederlandse Stikstofmaatschappij. Tussen
deze jaren werden in de Kanaalzone de
suikerfabrieken, de cokesfabriek, de spiegel-
glasfabriek, de stijfsel- en glucosefabriek
gevestigd, en in Middelburg de Vitrite.
In de depressie van de jaren 1930 stagneerde
deze industriële ontwikkeling. Deze stagnatie,
en de teruglopende werkgelegenheid in de
landbouw als gevolg van de mechanisatie,
resulteerden in belangrijke vertrek-
overschotten, vooral van jongeren. Ver
oudering van de Zeeuwse bevolking was het
gevolg. Tevens werd het niveau van allerlei
voorzieningen nadelig beïnvloed.
Het Zeeuwse inwonertal nam in de periode
1880-1950 toe met slechts 44%, tegen een
groei in Nederland als geheel van 150%.
Na de oorlog was Zeeland nog sterk
717