aeuws Tijdschrift, 1961 no. 1 rof. ir. Jac. P. Thijsse gaat in zijn artikel 'Het tekomstbeeld van Zeeland' eerst na welke wal/feiten Zeeland thans (1961heeft. ierbij worden de volgende positieve factoren enoemd: de door tal van tegenspoeden geharde evolking; de voor land- en tuinbouw geschikte rond; de ligging aan de open zee, waardoor de ntree naar de wereld open ligt, waardoor ch ook belangrijke industrieën in Zeeland onden vestigen en waardoor belangrijke sserijact/viteit kon ontstaan; de bijzonder fraaie duinreeksen en tranden en de charme van het polderland; de bewonderenswaardige stedebouw- undige en architectonische cultuuruitingen 5/7 hoog niveau uit het verleden'. Is negatieve factoren noemt Thijsse: de geïsoleerde ligging der eilanden; het wegtrekken van de jonge bevolking; de sterke verzilting van land en water. 9 Deltawerken en de overwogen brugver- nding tussen Zierikzee en Noord-Beveland akenen geheel af met de negatieve doren. 'e kaarten liggen gunstig voor Zeeland, maar 9 Zeeuwen hebben het zelf in de hand wat er an gemaakt zal worden. e Oosterschelde anvankelijk was het de bedoeling als laatste an de Deltawateren de Oosterschelde af te uiten. Omstreeks 1970 werd hiertegen ezwaar gemaakt van de kant van het milieu n de visserij. erburg (13) stelde een economische balans P van het Deltaplan met en zonder afsluiting an de Oosterschelde. Zijn conclusie was dat a verhouding tussen maatschappelijke baten n kosten bij afsluiting van de Oosterschelde unstiger uitviel dan bij een open Ooster- chelde; wel plaatste hij de kanttekening dat it niet als het beslissende argument moest vorden opgevat. oelmans Kranenburg (14) kwam tot een egenovergesteld resultaat. 7e door de minister van Verkeer en Water staat in het leven geroepen Commissie Oosterschelde, de Commissie-Klaasesz (15), adviseerde in 1974 tot aanleg van een salfopen dam, bijvoorbeeld een open blokkendam. Op deze wijze zouden zowel de aelangen van veiligheid als die van milieu en visserij worden gewaarborgd. Deze commissie stelde eveneens een kosten- batenanalyse op. De door haar geadviseerde oplossing laat 'enerzijds èn veiligheid èn milieu op aanvaardbare wijze tot hun recht komen en vereist anderzijds slechts een bedrag aan maatschappelijke kosten dat rond 1 miljard gulden [prijspeil 1973; prijspeil 1987: 2 miljard gulden] hoger ligt dan die welke aan het oorspronkelijke Deltaplan kunnen worden toegerekend', mede door het voorkómen van schade aan visserij en schelp dierteelt. Een dergelijk bedrag leek de commissie voor het behoud van het milieu alleszins gerechtvaardigd. De nota 'Analyse Oosterschelde-alterna- tieven' (16) van 1976 gaf een beleidsanaly- tische beschouwing van de alternatieve oplos singen voor het Oosterschelde-probleem. Hieraan werd uitvoerig aandacht besteed in het Driemaandelijks Bericht Deltawerken van november 1976 (17). Gekwantificeerde of rangorde-uitspraken werden gedaan over de gevolgen op gebieden als veiligheid, milieu, visserij en werkgelegenheid. Het Driemaande lijks Bericht Deltawerken van februari 1978 bevat over het Oosterscheldedebat een uitvoerig overzichtsartikel (18). In het kader van dit artikel zal niet nader op de keuze en de kostenverhogingen worden ingegaan. Verwezen kan worden naar de bovenvermelde literatuur. Wat de voor- en nadelen voor de regio betreft is de gekozen oplossing uiteraard gunstiger dan het oorspronkelijke plan. Economische gevolgen van de Deltawerken Wat zijn de economische gevolgen van de Deltawerken? Deze vraag is niet exact te beantwoorden. Allereerst zijn de Deltawerken niet te isoleren van andere factoren die van invloed zijn geweest. Uit het voorgaande blijkt dat ook het regionale beleid van de rijks overheid, het beleid van de lagere overheden en de zeehaven-industrialisatie gunstig zijn geweest voor de economische ontwikkeling. Vervolgens doet zich een methodologisch probleem voor. Wil men het effect van een factor bepalen, dan zou men de ontwikkeling moeten kennen zonder en met die factor. Dus: hoe zou de nationale en regionale economische ontwikkeling zijn geweest zonder de Deltawerken, in vergelijking met de actuele toestand. Bij de ontwikkeling zonder de Deltawerken zou men dan bovendien nog rekening moeten houden met de gevolgen van de aanwending van de bespaarde middelen in andere projecten. Het zal duidelijk zijn dat zo'n vraagstelling in 725

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 59