'broeikas-scenario' zal doorzetten. Door het gebruik van fossiele brandstoffen neemt de hoeveelheid koolzuurgas in de atmosfeer toe. Hierdoor ontstaat een broeikaseffect waardoor de temperatuur stijgt. Vermindering van het poolijs met 1% heeft al een zeespie gelstijging van 70 a 80 cm tot gevolg. Verwacht wordt een stijging met een meter tot het jaar 2050 (30). In Vlissingen zijn in de periode 1953-1985 al meer stormvloeden geregistreerd dan in de eeuw vóór de ramp (31). Het is natuurlijk niet verstandig apathisch de voltrekking van dit pessimistische scenario af te wachten. In de tussentijd zou Zeeland kunnen kiezen voor een 'Florida-scenario' (32). In dit scenario zal de nadruk moeten worden gelegd op verbetering van het woonklimaat, zodat Zeeland een oord wordt dat in sterke mate toeristen aantrekt en ook welvarende ouderen die er al dan niet vervroegd gepensioneerd hun woonplaats kiezen. Verbetering van het leefklimaat kan ook worden gezien als instrument voor de bevordering van de ontwikkeling van de sector hoogwaardige technologie in Zeeland. Het is ook denkbaar dat Zeeland zich richt op een zo sterk mogelijke uitbouw van de indus triële sector, voorzover afhankelijk van verbindingen te water. Verbetering van de verbindingen over de Westerschelde en met Rotterdam, Antwerpen, Gent en Brugge zijn dan essentieel om Zeeland een sterke plaats te laten innemen temidden van de havenacti viteiten in de Gouden Delta. Ook kan men van mening zijn dat dit alles tegelijk moet gebeuren, omdat alle kansen die er zijn moeten worden aangegrepen (32). Na deze filosofieën voor de wat langere termijn zullen wij nu aandacht schenken aan het huidige economische beleid. Volgens het provinciaal sociaal-economisch beleidsplan van 1984 (33) zal het provinciale beleid zich richten op 'de ontwikkelingspo tenties van Zeeland, of m.a.w. op activiteiten die gunstige ontwikkelingskansen hebben en waarvoor een relatief gunstig produktiemilieu aanwezig is, dan wel geschapen kan worden'. De gedachten gaan dan vooral uit naar de volgende bedrijfssectoren, die door voorwaar denscheppend beleid - óók door het rijk - moeten worden gestimuleerd: de zeehaven gebonden activiteiten, de recreatie en het toerisme, de agrarische sector en de visserij. Ook thans, bij de voorbereiding van de actua lisering van het plan, wordt vooral in deze richting gedacht. Voor wat de zeehavengebonden activiteiten betreft wordt dit ondersteund door de resul taten van het recente onderzoek 'Zeeland als vestigingsgebied voor nieuwe economische activiteiten', door het bureau Plant Location International (34). Het blijkt dat de haven- schapsgebieden Terneuzen en Vlissingen een goed en soms zelfs zeer goed figuur slaan bij tal van gangbare bedrijfsinvesteringsprojecten in de sectoren industrie en zakelijke dienstver lening. Ook elektriciteitsbedrijven en niet- zeehavengebonden projecten kan hier overigens een goede vestigingsplaats worden geboden. Indien wordt voorzien in ontbre kende elementen van weg-infrastructuur, dan wordt het beeld nog gunstiger. Het provinciale landbouwbeleid is voorwaar denscheppend. Ondersteund worden initi atieven ter verhoging van de kwaliteit van de landbouwprodukten, uitbreiding van de landbouwproduktverwerkende bedrijvigheid en onderzoek dat kan leiden tot uitbreiding van de werkgelegenheid in de landbouw door het intensiveren van het grondgebruik en door de teelt van arbeidsintensieve gewassen. Het provinciaal bestuur streeft er naar in samen werking met het rijk zo spoedig mogelijk de aanvoer en opslag van voldoende zoet water te realiseren. Dit laatste hangt samen met het na de Deltawerken gereedgekomen Zoom meer, dat is verzoet. Het water in dit meer kan worden gebruikt voor de zoetwatervoor ziening van Zeeland, West-Brabant en een deel van Flakkee. Actueel is thans de zoetwa tervoorziening per pijpleiding van Schouwen- Duiveland. Een probleem hierbij is of, na aftrek van de rijks- en provinciale bijdrage, de financiële lasten voor de landbouwers de verwachte baten niet zullen overtreffen. Het provinciale visserijbeleid is onder meer gericht op de bevordering van gunstige voorwaarden voor de visserij en de werkgele genheid in deze sector, op financiële en andere steun aan scholing en onderzoek, op ondersteuning van initiatieven van het visserij bedrijfsleven en de visserij-organisaties, en op behoud en zo mogelijk uitbreiding van de visserij-opleidingen in Zeeland. Een verant woorde uitbreiding van de schelpdiercultures wordt nagestreefd. Verder worden initiatieven ondersteund om te komen tot een World Fish Center annex proefstation voor de visteelt op Neeltje Jans. De Deltawerken waren - zoals uit de voorgaande paragrafen bleek - van grote invloed op het verkeer en de recreatie. Ook in de toekomst zullen deze sectoren zich verder ontwikkelen. De mogelijkheden voor het wegverkeer in het Deltagebied zullen op korte termijn nog 732

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 66