ableven. Er ontstond een groeiende groep
an voorstanders voor een open Ooster-
chelde, zij het op grond van soms volstrekt
ndere motieven. In 1970 werd de actiegroep
Oosterschelde Open' opgericht,
sserijbelangen en milieugroeperingen
onden elkaar, en de actie nam in kracht toe.
p 1 5 augustus 1973 stelde de Minister van
erkeer en Waterstaat de Commissie Ooster-
nhelde in, de zogenaamde Commissie-
laasesz, die al in maart 1974 met een
rapport kwam (9). De commissie beval aan,
e Oosterschelde zo af te sluiten dat eb en
oed tot op zekere hoogte behouden bleven,
ierdoor behoefde de visserij niet verloren te
aan, en kon het kwalitatief hoogwaardige
jute milieu in stand worden gehouden,
et verdere verloop is bekend. De storm-
oedkering werd gebouwd, en op 4 oktober
986, negen jaar later dan oorspronkelijk
apland, was de Oosterschelde bedwongen,
de memorie van toelichting op de
egroting van het Ministerie van Verkeer en
/aterstaat voor het jaar 1974 valt een
nsnede te lezen, die de Commissie-Klaasesz
it motto heeft verheven: 'Naarmate meer in
a materie wordt doorgedrongen wint het
zicht veld, dat het beleid erop gericht dient
zijn zo min mogelijk voor de toekomst vast
3 leggen en een zo groot mogelijke keuze-
ijheid open te houden: de waterstaat-
I jndige conceptie dient daarop te zijn
gesteld'. En niet alleen de waterstaat-
jndige conceptie, kan daaraan worden
•egevoegd. De uiteindelijke keuze voor de
fsluiting van de Oosterschelde bleek echter
r leer dan het openhouden van een keuze-
ijheid. Het belang van het behoud van het
:er waardevolle milieu heeft de overhand
gekregen. In het beleidsplan voor de Ooster
schelde wordt de hoofddoelstelling als volgt
geformuleerd: 'Het behoud en zo mogelijk
versterking van de aanwezige natuurlijke
waarden met inachtneming van de basisvoor
waarden voor een goed maatschappelijk
functioneren van het gebied, waaronder met
name de visserij wordt begrepen' (10).
Hier wordt overigens aan toegevoegd, dat het
hanteren van de hoofddoelstelling geen
afbreuk mag doen aan de primaire
doelstelling van de Deltawerken, te weten de
veiligheid van de bevolking. Voor de Ooster
schelde is nadrukkelijk gekozen voor een
hiërarchie van belangen: voorop staat de
veiligheid, dan komen natuur en visserij, en
dan de andere belangen, zoals recreatie en
scheepvaart. De Minister van Landbouw en
Visserij heeft deze keuze nog eens bevestigd
door de Oosterschelde aan te wijzen als
zogenaamd 'Wetland' in het kader van de
conventie van Ramsar. Dit houdt onder meer
in, dat de overheden er alles aan zullen doen
het natuurlijk milieu van dit gebied in stand te
houden. In het verlengde daarvan wordt
overwogen de Oosterschelde aan te wijzen
als natuurmonument. En hiermee lijkt de
cirkel gesloten. De strijd was hevig, boeiend
en bovenal zeer principieel. Was het Delta
plan in oorsprong een pure veiligheidsope
ratie, geleidelijk groeide het inzicht dat de
werken van groot nut konden zijn voor de
explosieve economische ontwikkeling, en
tenslotte nam het behoud van het zeer
waardevolle milieu de centrale plaats in.
Voor de andere Deltawerken zijn gelijk
soortige ontwikkelingen te traceren, hoewel
minder pregnant. Hierbij moet tevens worden
bedacht dat de afsluiting van de Ooster-
739