srdere uitbouw van de stedelijke gebieden i p Walcheren, Zuid-Beveland en Zeeuws- Vlaanderen niet in de weg. ngst is slechts terecht indien men niet 1 ereid is, de mogelijkheden voor de toekomst f te tasten. Men kan dan wel eens tot een I euze worden gedwongen zonder daarop v oorbereid te zijn. I et streekplan Zeeland schildert heel porzichtig wat grote lijnen (11). Een verdere twerking hiervan is gewenst. Dan zal moeten blijken in hoeverre de potenties van het gebied het regionale belang overstijgen. e verantwoordelijke bestuurders zullen dan j jnnen laten zien op welke wijze omgegaan j an en moet worden met de 'inverdienpunten' c ie door de Deltawerken aan mens en natuur de regio zijn geschonken. I teratuur 'Het rampgebied Zuidwest Nederland'. Dienst ior het Nationale plan 1953. Streekplan Walcheren 1951 Provinciaal Bestuur van Zeeland. 3. 'Zuidwest-Nederland, Terugblik en Toekomst beeld'. Rijksdienst voor het Nationale Plan, F ancommissie Zuidwest 1954. 4. 'Randstad en Delta'. Provinciaal Bestuur Zuid Holland 1958. 5. 'De ontwikkeling van het Westen des lands'. Rijksdienst voor het Nationale Plan, Werkcommissie Westen des lands 1958. 6. 'Tussentijdse verkenning inzake de planolo gische ontwikkeling in Zuid Holland' Provinciaal Bestuur Zuid Holland september 1963. 7. 'De ontwikkeling van Zuidwest Nederland'. Rijks Planologische commissie 1971. 8. 'Kritische Opmerkingen betreffende het rapport "De ontwikkeling van Zuidwest Nederland" van de RPD'. Raad voor Milieudefensie, maart 1972. 9. Rapport Commissie Oosterschelde. 's-Gravenhage 1974. 10. Beleidsplan voor de Oosterschelde 1 982. Stuurgroep Oosterschelde, Middelburg. 11Ontwerp streekplan Zeeland. Middelburg september 1987. 743

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1988 | | pagina 73